donderdag 13 juli 2017

Wat wil je bereiken met jouw gebed?

"Zo gij iets begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen."
Johannes 14 : 14




Het lijkt misschien alsof ik een heel stuk oversla. Maar de voorgaande vier verzen hebben alles met dit 14e vers te maken. Eerst vertelt Jezus hoe sterk die band tussen Hem en Zijn Vader is. Daarna springt Hij over op ons gebed. Hoe hoe moet je bidden? Wat moet je uitgangspunt (doel) zijn?

Jezus en de Vader

Allereerst lezen we in vers 10: "Gelooft gij niet dat Ik in den Vader ben, en de Vader in Mij is? De woorden die Ik tot ulieden spreek, spreek Ik van Mijzelven niet, maar de Vader, Die in Mij blijft, Dezelve doet de werken."
Hier vraagt Jezus naar onze visie op Hemzelf. Zien we Hem los van de Vader of zien we in Hem juist de Vader? In dit vers heeft Hij het nog over Zijn woorden. Maar in vers 11 richt Hij Zich op Zijn daden: "Gelooft Mij, dat Ik in den Vader ben en de Vader in Mij is; en indien niet, zo gelooft Mij om de werken zelve."
Mocht je die band dus nog niet zien, zie hem dan in de daden, de werken, die Hij doet. Die staan niet op zichzelf! Hij is geen tovenaar, maar Jezus laat in die daden weer zien Wie en hóe Zijn Vader is!

Jezus en de apostelen

Dat geloof in Hem (en dus ook in de Vader) is wezenlijk belangrijk (vers 12): "Voorwaar, voorwaar zeg Ik ulieden: Die in Mij gelooft, de werken die Ik doe, zal hij ook doen en zal meerdere doen dan deze; want Ik ga heen tot Mijn Vader"
Grootse beloften: de apostelen zullen wonderen doen in woord en daad. En ook zij zullen geen tovenaars zijn! Al blijken ze in Handelingen meer dan eens zo te worden gezien. Allerminst! Ze laten eveneens iets zien van hun Hemelse Vader! Daar gaat het om. Jezus deed al grootse werken, maar zij zullen 'nog meerdere werken' doen. Bij 'meerdere' moeten we niet denken aan grotere of indrukwekkender werken, maar meer in aantal. En toch ook andere. Lees de Kanttekeningen maar:
Namelijk dan sommige wonderen zijn die Christus in de dagen Zijns vleses gedaan heeft, gelijk daar zijn door oplegging der handen den Heiligen Geest te geven, de kennis der talen, en de wonderbaarlijke bekering der wereld, en andere. Zie ook Mark. 16:17, enz.
En dan snap je ook waarom Jezus die merkwaardige zin erachteraan zegt: "Want Ik ga heen tot Mijn Vader". Hij zal namelijk de Heilige Geest gaan sturen, Die de apostelen in staat zal stellen die werken te kunnen doen. En niet alleen doen, maar ook begrijpen en uitleggen aan de mensen. Wondertekenen staan niet op zichzelf! Pinksterkringen isoleren de gaven van de Geest. Maar nee, ze horen onlosmakelijk verbonden te zijn aan het 'tonen van de Vader'. De mensen moeten God de Vader weer leren kennen. Dat was Jezus' taak op aarde. Hij stond ten diepste niet in het middelpunt (en ook de Heilige Geest zal dat niet staan)! Ook de apostelen mogen niet in het middelpunt staan. Nee… alles wat ze zullen doen, zal gericht moeten zijn op 'het kennen van God de Vader'. De mens was Zijn Schepper, de Vader, vergeten. De verbinding was verbroken. Die connectie moet weer gelegd worden. Want daar zit een breuk, die Jezus met Zijn offer kan herstellen.

Jezus en ons gebed

Dus apostelen en ook de gelovigen van vandaag zijn geen geloofsbinken. Geen sterren op het doek van Gods Koninkrijk! Maar gelovigen – en predikers in het bijzonder – hebben tot taak de Vader weer zichtbaar te maken. Drie elementen zullen dan zichtbaar worden: ellende, verlossing én dankbaarheid.
En luister dan eens goed wat Jezus daarover zegt: "En zo wat gij begeren zult in Mijn Naam, dat zal Ik doen, opdat de Vader in den Zoon verheerlijkt worde."
Dat ga je dus niet kunnen in eigen kracht. Het gevaar zal op de loer liggen dat je met die wonderen en daden (maar ook die schitterende preken) zelf iets wordt. Allereerst moet je je afhankelijk weten: bidden in Jezus' naam! Vervolgens moet je overtuigd zijn dat Jezus zal geven wat je nodig hebt. Maar… en dat is het cruciale thema in deze verzen: het moet wel één doel hebben. Als jij Jezus bidt om gaven, dan moeten ze ook besteedbaar zijn in Zijn Koninkrijk. Dan moet die ander niet onder de indruk zijn van wat jij kunt. Zelfs – en lees dat goed – moet die ander Jezus niet geweldig gaan vinden! Dat deed Simon de tovenaar in Samaria ook. Hij wilde Petrus geld geven om de Heilige Geest ook te kunnen geven aan mensen. Maar zijn motief was eigen belang.
Nee, De Vader moet daardoor worden verheerlijkt. Elke daad, elk woord, elke preek moet een prachtig schilderij van de Vader zijn. Geen theologisch waterdicht systeem. Geen dogmatisch dichtgetimmerd passende puzzel. Geen 'God op grote afstand van de zondaar' maar 'de Vader dichtbij in al Zijn heerlijkheid'. Nou, ga er maar aanstaan, predikers, ambtsdragers, gelovigen in de wereld van vandaag.
Is wat je zegt van toegevoegde waarde voor de Vader? Hebben we met al ons gebrabbel weer eens prachtig gezegd dat God een ontoegankelijk licht bewoont en daarom totaal onbereikbaar is? Hebben we het Woord uit zijn verband gerukt en toonden we een karikatuur van de Vader? Dan kun je bidden tot je een ons weegt, maar Jezus zal je niet geven waar je om bidt.
Dit geldt overigens ook voor de andere kant, alsof we maar moeten geloven dat Jezus geeft waar wij om vragen. Hij heeft het immers beloofd, dus Hij geeft het ook. Dan moeten we maar pleiten op dat woord en krijgen we wat we hebben willen. Nee, dat is te simplistisch en een grove dwaling.

Kijk er je gebed nog eens op na: bedoel ik de verheerlijking van de Vader? En als ik ageer tegen geldende gedachten over God in mijn gemeente, ben ik dan furieus omdat er een karikatuur van mijn hemelse Vader wordt geschetst? Of probeer in mensen, groepen, te behagen met vrome, zalvende, zwaar klinkende, of juist prettig eigentijdse woorden?
Zoals die ouderling die vlak voor de dienst tegen de predikant zei: "Zeg het ze maar eens goed aan, dominee!" Wat een rare opdracht is dat? Wat wilde die ouderling?
Nee, Jezus maakt de drempel laag: "Zo gij iets begeren zult in Mijn Naam, Ik zal het doen." Als zei Hij: "Teken Mijn Vader maar in alle kleuren en toonaarden uit voor ze. Vertel ze maar, uit eigen bevinding en door Mijn Geest, hóe Mijn Vader is. Ik zal je wel van alle bagage voorzien, Mijn kind. Toe maar… vertel maar. Want Mijn Vader wordt er door verheerlijkt. Daarom zit Ik hier in de hemel, naast Hem: zodat jij daar beneden dat prachtige werk van Mij mag voortzetten! En als Mijn Vader wordt verheerlijkt, geniet Ik met volle teugen mee. Let er maar op: jij zult ook genieten! En straks, straks mag je Hem zien zoals Hij is! Dan zul je eens zien dat je de helft nog niet hebt gezegd en uitgeschilderd! Wacht maar!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten