zaterdag 22 juli 2017

Hoe tem je een twijfeldraak?

“Nog een kleinen tijd en de wereld zal Mij niet meer zien; maar gij zult Mij zien;
want Ik leef en gij zult leven.”
Johannes 14 : 19

Veel christenen willen goede maatjes worden met de twijfeldraak, zoals in deze film. Maar dat is een gevaarlijke weg. Geduld met zwakke gelovigen staat niet gelijk aan geduld met hardnekkige verwerpers van Jezus' opstanding en Gods zondaarsliefde.


Christenen zijn mensen met andere ogen. Dat geeft in de wereld nogal vervelende discussies, waar zij zich echter niet door moeten laten afleiden. Als de wereld de evolutietheorie omarmt, omdat die voor hen zichtbaarder (begrijpelijker) is, dan moeten we daar ons niet aan conformeren! We moeten niet ons gelijk willen halen bij de wereld, want die is blind.

Om die reden snap ik prof. dr. G. van den Brink ook niet die haast spastisch probeert evolutionisme en creationisme met elkaar te vermengen en een aannemelijke deler wil creëren. Hij maakt zichzelf daarmee hom noch kuit. Ook al draagt hij discutabele Bijbelteksten aan die wij niet 1-2-3 kunnen verklaren. Geloof en ongelovige wetenschap kunnen prima naast elkaar blijven bestaan, in die zin dat het heel normaal is dat de wereld niet kan geloven wat de Bijbel zegt. Accepteer dat maar. Die blindheid hadden wij ook bij onze geboorte, dus verhef je zeker niet. Maar probeer geen compromis te sluiten, want je loopt vast en verliest het geloof. Zelfs niet 'beter een half ei dan een lege dop'. Nee… het volle ei en houd je verre van de lege dop!

Zalig die niet heeft gezien en tóch geloofd

Jezus is daar in zekere zin zelfs glashard in. "Jullie zullen me zien, waarachtig zal dat zo zijn. Maar de wereld niet. Want die is blind! Verbaas je daarover dan ook niet, maar bidt om geopende ogen die verder zien. Bidt om andere ogen, die aan een half woord genoeg hebben en geen sluitend bewijs eisen."
Dat kerkmensen daar zelf ook in vast lopen bewijst wel de dodelijke strijd over het 'sluitende bewijs' van hoe de uitverkiezing in elkaar zit. Hoe dat zit met de spanning tussen de oproep tot geloof en de gave van het geloof. Laat die spanning er maar in zitten. Dan ben je des te sterker aangewezen op het geloof. Ik snap het niet, ik zie het niet, maar ik geloof het, want de HEERE heeft het gezegd, dus zal het ooit blijken waar te zijn!
Al direct na Jezus’ dood op de meest goede Vrijdag van de totale wereldgeschiedenis. Het juist deze dag waar Jezus bij Zijn wederkomst naadloos op aan zal sluiten. De wereld zag Hem niet meer en verklaarde Hem dood. Maar op die eerst volgende dag in hun beleving zal Hij verschijnen op de wolken en zal werkelijk álle knie zich buigen. In de tussentijd, die te verwaarlozen is, zal de wereld haar slotconclusie blijven onderstrepen: Jezus is dood en dus mislukt. Dat krijg jij niet uit hun hoofd gepraat. Je kunt wel jouw geloofsvisie daar tegenover stellen. Dat deed Paulus ook op de Areopagus. Voor hem was de opstanding van Jezus een niet-discutabel geloofsfeit waar hij niet over in de debat ging. Wel ging hij in debat met de wijsgeren over het feit dat God de wereld geschapen heeft en daarom recht op hen had. Zij deden met hun eigen wijsheid alsof er meer goden waren en ze wrongen zich, ondanks hun feilloze wijsheid, in bochten om die goden te temmen. Hoe tem je een draak? Maar deze draak uit de afgrond laat zich niet temmen. Dat is een mythe.
Maar God hoef je niet te temmen: Hij vraagt naar jouw hart. En het is de vraag dus: hoe temt de Heilige Geest jouw hart? Wie gaat zien dat de werkelijkheid dus precies andersom in elkaar zit dan onze door de zonde verdorven ratio ons wil wijsmaken, vallen de schellen van de ogen. Die gaat zien, zoals hij nog nooit gezien heeft. Het is een hemelse ironie en je schaamt je 'kapot' voor jezelf. Al die veilig en feilloos opgebouwde waarheidjes die een passend systeem leken, vallen als een kaartenhuis in elkaar en het blijkt klinkare onzin te zijn. Weg wijsheid. Schade en drek.
De atheïst gaat zien dat God wel degelijk bestaat. De evolutionist gaat zien dat God wel degelijk de Schepper is en dat de waarheidsclaim niet op de zes dagen of op de schepping zelf ligt, maar op de nog steeds onbeantwoorde vraag: "Mijn zoon, geef Mij je hart! De orthodoxe refo die halsstarrig wil ontkennen dat God in liefde dingt om zijn of haar hart, gaat zien dat de uitverkiezing helemaal geen twistpunt is, maar dat alles klip en klaar is en dat de discussie ten diepste gaat over of hij/zij zich voluit wíl overleveren aan de HEERE.
 

Omdat Hij leeft ben ik niet bang

Het feit dat Jezus is opgestaan mag geloofd worden en is aan geen devaluatie onderhevig, zelfs al zou de gehele wereld ontkennen dat Jezus is opgestaan. Al zeggen zij ook allen dat Jezus niet is opgestaan, nochtans ís Hij opgestaan. Te vrezen is dat zij het eerder hoopten dan geloofden dat Hij dood is en dat dood dood is. Ze moesten er niet aan denken dat Hij tóch was opgestaan. Want als Hij was opgestaan, dan was heel hun strijd ijdel; en als hun strijd ijdel was dan was ook heel hun ongeloof ijdel; en dan moesten zij erkennen dat ze de ellendigsten van alle mensen waren en dat die gelovige christenen uiteindelijk toch de gelukkigste keuze hadden gedaan door zich over te geven en aan Jezus toe te vertrouwen.
Jezus doet er een belofte bij (zoals Hij dat ook bij de sacramenten doet): een bewijs dat zij eenmaal niet door het geloof maar door het aanschouwen zullen zíen dat Hij leeft. Dat bewijs zal Hij gaan leveren door Zijn opstanding. Daar zullen zij allen getuigen van zijn (op Judas na). En als ze dát zien, mogen zij zeker weten dat ook hun sterfelijke lichamen eenmaal zullen opstaan. Ze mogen vast geloven dat zij eenmaal Hem weer fysiek zullen zien. Om dat getuigen overtuigend te laten zijn verscheen Jezus meerdere malen aan hen; aan sommigen zelfs heel persoonlijk. Er was er niet een meer die nog hoefde te twijfelen!
Echter, twijfel is een hardnekkige draak die zich niet gemakkelijk laat temmen. In Mattheüs lezen we: "En als zij Hem zagen, baden zij Hem aan; doch sommigen twijfelden." De Kanttekeningen nemen ons mee naar Lukas 24 om te laten zien hoe Jezus dat oplost:
En Hij zeide tot hen: Wat zijt gij ontroerd, en waarom klimmen zulke overleggingen in uw harten? Ziet Mijn handen en Mijn voeten; want Ik ben het Zelf; tast Mij aan, en ziet; want een geest heeft geen vlees en benen, gelijk gij ziet, dat Ik heb. En als Hij dit zeide, toonde Hij hun de handen en de voeten. En toen zij het van blijdschap nog niet geloofden, en zich verwonderden, zeide Hij tot hen: Hebt gij hier iets om te eten? En zij gaven Hem een stuk van een gebraden vis, en van honigraten. En Hij nam het, en at het voor hun ogen.
Wat een geluld van de Heiland! Omdat Hij niets liever wil dan dat ze overtuigd van de waarheid van Zijn opstanding zijn. Hij komt het twijfelende hart zóver tegemoet, dat je als mens al lang had gezegd: "Ja jongens, als jullie blijven twijfelen aan Mijn oprechte welmenendheid, dan zoeken jullie het maar uit!" Maar zo is Jezus niet. 
Daarom moeten wij peilen of ongeloof uit een hard hart komt of uit een zwak hart. Wij zijn weliswaar geen hartenkenners, maar je kunt heel simpel zíen hoe mensen hun twijfel uiten. Spotten zij door grove – of juist gemakkelijk gekozen vrome – woorden? Of belijden zij met tranen in de ogen dat ze die draak van de twijfel maar niet kunnen temmen? Neem ze aan de hand en breng ze bij de Opperdrakentemmer, want ook jij kon dat niet in eigen kracht. Misschien kreeg je wel heel veel genade om die twijfeldraak te temmen, maar genade is geen bezit. En al helemaal geen eigen kracht!

Maar als de twijfel als wapen wordt gebruikt om het ongeloof een weg te banen in de gemeente, dan hebben we ook scherp te zijn. Want met zwakheid moeten we geduld hebben, maar met aversie weten we ons geplaatst tegenover een vijand die van God een karikatuur wil maken. Dan gaat het om pure ketterij! Paulus vertrok toen hij de aversie op de Areopagus ervoer. En menigmaal liet hij de Joodse leiders links liggen, toen zij hun vroomheid en spitsvondigheid gebruikten om zichzelf te kunnen blijven. Nu eens vertrekt hij naar een andere stad, dan weer verkast hij naar de sportschool van een Tyrannus bijvoorbeeld of het huis van Lydia. Het gaat zelfs verder dan het gezegde 'paarlen voor de zwijnen'. “Want er moeten ook ketterijen onder u zijn,” zo zegt Paulus ergens, “opdat degenen, die oprecht zijn, openbaar mogen worden onder u.” Da's best een harde noot. Bidt om wijsheid daarin, opdat je geen brokken maakt! Maar wees nooit bang, twijfel niet aan Jezus' hulpvaardigheid, want omdat Hij leeft ben ik vandaag niet bang voor morgen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten