"En zij, haastelijk uitgegaan zijnde, vloden van het graf, en beving en
ontzetting had haar bevangen; en zij zeiden niemand iets; want zij waren
bevreesd."
Markus 16 : 8
Markus 16 : 8
Toen Jezus werd geboren, verkondigden miljoenen engelen dit heugelijke feit. Zij spraken de herders aan en wezen hen de weg naar de stal in Bethlehem. En toen de herders in de stal waren geweest en gezien hadden wat God had gedaan, maakten zij 'alom bekend' wat er was gebeurd, wat de engel had gezegd en ze vertelden het aan iedereen die het maar horen wilde. Hoe tegengesteld is dat bij Christus' opstanding! Heeft de evangelische preek van de engel dan geen effect?
Hals over kop gevlucht
Gisteren vroeg ik mij nog af waarom de discipelen – na de ontvangen blijde boodschap van Christus' opstanding – nog steeds in Jeruzalem waren. Je kunt natuurlijk zeggen dat het zondag was en reizen dus niet was toegestaan, maar toen was de sabbat nog de rustdag, dus dat kan het niet zijn geweest. Luisteren we nog even naar wat de Emmaüsgangers vertelden tegen Jezus, met Wie zij opwandelden: "Maar ook sommige vrouwen uit ons hebben ons ontsteld, die vroeg in den morgenstond aan het graf geweest zijn; en Zijn lichaam niet vindende, kwamen zij en zeiden, dat zij ook een gezicht van engelen gezien hadden, die zeggen, dat Hij leeft." Over de vrouwen vertellen de Emmaüsgangers dat zij de discipelkring met hun boodschap 'ontstelden'. Ze raakten er door in verwarring. Bij ons leeft het beeld dat de Emmaüsgangers vast zaten in hun ongelovigheid doordat ze gewoonweg slecht luisterden naar de boodschap van de vrouwen; en de vrouwen zien we voor ons als blij en jubelend, een beetje verdrietig over het hardnekkig ongeloof van de mannen. Ik wil dat beeld niet helemaal omhalen, maar misschien is het goed toch even te kijken naar de presentatie van de vrouwen: die maakte niet dat de omstanders het snel gingen geloven.We zien ze in onze tekst gaan, de prille evangelisten: bevend, vol ontzetting die hen zelfs 'bevangen' (in haar greep) had. Er staat voor 'bevangen hebben' een woord dat wij kennen: echo. Als het ware resoneerde, echode, de angst door heel hun voordracht. Niet direct een overtuigende performance, zou je zeggen. Daarnaast hadden ze tegen dat ze vrouwen waren; verwarde vrouwen die iets vertelden over een 'gezicht van engelen'. Het geheel komt ons toch wat verward over. Maar… zo ver was het nog niet direct; eerst moesten ze de weg nog afleggen van het graf naar de discipelen. We maken in de tekst dus even een stap terug in de tijd.
Niemand iets verteld
In onze tekst staat dat ze niemand iets zeiden, want ze waren bevreesd. Wat is dat nou? Ze worden door de engelen verwelkomd in het meest blijdschapgevende graf uit de geschiedenis: het lege graf van Jezus. Er wordt hen verteld dat hun geliefde Jezus leeft en dat Hij in Galilea op hen wacht om hen daar te verwelkomen. Wat een nieuws, wereldnieuws, nietwaar? Met zo'n boodschap op pad worden gestuurd, daar moet je toch wel van getuigen? Dat moet naar buiten barsten, niet?Niets van dat al, in de dagtekst. Wat wordt er bedoeld? De Kanttekeningen verklaren ons iets over dat 'tegen niemand iets zeggen' van de vrouwen: "Namelijk (niets zeggen tegen) degenen, die hen ontmoeten, totdat zij tot de discipelen kwamen, aan wie zij het (wél) geboodschapt hebben, zie ook Mark. 16:10 en Luk. 24:9."
We zien ze gaan, als een pijl uit de bood; doordat ze waren aangedreven door de pees van angst en verwarring. Opeens was hun toekomstbeeld in positieve zin 180° omgekeerd. Zich geen tijd gunnend om alles rustig te laten bezinken, zoals even later Johannes wel deed, speren ze met hun boodschap naar de discipelen.
De talloze tegenvragen van de discipelen konden ze onmogelijk beantwoorden. Ze wisten simpel weg niet hoe het kon, maar dat het waar was, stond voor hen wel vast. Wel terdege hebben ze hun boodschap overgebracht, maar de verwarring en niet goed overdachte werkelijkheid maakte hen het gedreven getuige zijn onmogelijk. Het is daarom goed om niet in een staat van verwarring te gaan evangeliseren. Dat neemt niet weg, dat je toch mensen kunt tegenkomen, die je staande houden en vragen stellen. De vrouwen renden door, wimpelde de vragen af en liepen door. Ik denk dat dat op dat moment toch het beste was. Want wat je in zo'n verwarde situatie zegt blijft wel haken bij anderen.
En als je moet spreken, spreek dan eerlijk je vragen uit, voor zover die iets toelichten over je eigen situatie, maar geef wel een duidelijk en eerlijke beeld van de HEERE door, ook al ben je zelf het zicht op Hem kwijt.
Zo zie je maar, niemand is onbruikbaar in het Koninkrijk van God. Maar soms ben je wel minder vruchtbaar en dienstbaar. Hoe nodig is het een stabiele geest in je te hebben en een vast en evenwichtig vertrouwen op God. De dagelijkse, standvastige omgang met de HEERE, juist in de moeilijke situaties van je leven, zijn onmisbaar.
En zie, tot slot, dat God die povere preekje van de vrouwen, gaandeweg de dag ondersteunt met getuigenissen van bijvoorbeeld Petrus en Johannes: De HEERE is waarlijk opgestaan en Hij is door de vrouwen gezien? Ja, maar Hij is ook door Simon gezien!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten