dinsdag 28 april 2015

Een treurig refrein

"En na dezen is Hij geopenbaard in een andere gedaante, aan twee van hen, daar zij wandelden, en in het veld gingen. Dezen, ook heengaande, boodschapten het aan de anderen; maar zij geloofden ook die niet."
Markus 16 : 12-13


Daar zijn ze, de Emmaüsgangers. We kennen ze wel, zelfs deels bij name, maar wat weten we echt van ze? De Bijbel vertelt er haast geheimzinnig over. Natuurlijk kun je dat afdoen met ' dat is dus niet belangrijk', maar soms is het niet verkeerd toch eens wat buitenbijbelse bronnen te lezen. Daarnaast lijken deze verzen in strijd met het verhaalde uit Lukas 24. Lees maar eens mee.

Geen namen

In het evangelie van Markus worden geen namen genoemd van de reizigers naar Emmaüs; zelfs het reisdoel wordt achterwege gelaten. Markus is sumier in zijn beschrijving. Het gaat hem vooral om de ontmoeting die als bewijs dient van Christus' opstanding. Hij rijgt ook de ene ongeloofkraal aan de andere ongeloofkraal, zodat er een ketting van ongeloof ontstaat. En die rijgt zich zelfs tot aan de Hemelvaatsdag. Maar daar kom ik zo op terug.
Wie was Kleopas? En wie was zijn metgezel? Er zijn bronnen die Kleopas en Klopas als één en dezelfde persoon beschouwen. Dan zou je tot de conclusie kunnen komen (en lees het maar eens rustig na op deze site) dat Klopas, Alfeüs en Kleopas dezelfde figuur vormen. Er zijn er die zover gaan dat de metgezel van Kleopas dus Maria, zijn vrouw, moet zijn geweest. De aangereikte site doet uit de doeken dat dat met simpele sudoku-logica ergens een keer gaat wringen.
Het is opmerkelijk dat deze geschiedenis eigenlijk alleen maar door Lukas breed beschreven staat. En het is het meest aannemelijk dat de metgezelf van Kleopas dus Lukas was. Juist de gedetailleerde beschrijving van Jezus' vertoning bij het breken van het brood en hoe Hij wegkwam uit hun ogen, maken dat het vermoeden sterk wordt dat Lukas dit met eigen ogen heeft gezien.
Vooralsnog blijft het onduidelijk wie Kleopas was; hij was vrijwel zeker een van de zeventig die werden uitgezonden door Jezus. En laten we wel zijn, daar weten we verder bijna geen namen van. Ze worden de 'zeventigen' genoemd, maar namen ontbreken.
Niettemin waren Kleopas en zijn vriend nauw betrokken op Jezus; behoorden tot de kring rondom de Heiland, maar… legden alle dingen die de Heiland had geleerd vanuit hun eigen interpretatie uit. Wij dachten dat… en wij hoopten dat…

Geen details

Markus, die ook tot de nauwe kring van Jezus geliefden behoorden, hoewel hij nog jong was, putte zijn evangeliestof vooral uit Petrus; hoewel hij natuurlijk door de Heilige Geest was geïnspireerd. Het is soms maar net aan wie je de details vraagt; je bent dan afhankelijk van hoe die ander de samenhang van de dingen ziet. Het is dus belangrijk zélf te onderzoeken, te overleggen en te mediteren. Laat dat vooral een les zijn!
Over de ontmoeten van Jezus en de reizigers in het veld wordt wel erg sumier beschreven. Geen reis naar Emmaüs, geen vraag om mee te eten, geen beschrijving van de maaltijd en de verhalen en exegese van de Heiland. Markus beperkt zich tot een losse-flarden-versie: "Vervolgens toonde Jezus Zich in een andere gedaante aan twee mannen die door het veld reisden. Zij boodschapten het ook aan de discipelen, maar ook hen geloofden de discipelen niet!"
Jezus in een andere gedaante, is dus: Jezus onherkenbaar voor deze twee mensen. Hoe herkenden zij Hem, zodat zij blij nieuws te vertellen hadden? Markus gaat er blijkbaar vanuit dat iedereen het verhaal zelf wel kent, maar de essentie van zijn boodschap is: continue ongeloof. Hij wil dus iets anders zeggen, dan alleen een verslag van wat er gebeurd is.

Geen geloof

Even verderop stelt Markus: "Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden; maar die niet zal geloofd hebben, zal verdoemd worden." Hij wil dus duidelijk maken aan de lezers van zijn evangelie, dat het op geloven aankomt!
Ook Mattheüs zet die kanttekening bij zijn evangelie, als hij erop wijst dat – zelfs toen Jezus Zich vertoonde aan de Zijnen – de discipelen voortduren werden overmand door twijfel en ongeloof. "En als zij Hem zagen, baden zij Hem aan; doch sommigen twijfelden." Terecht verwijt Hij hun hun ongeloof.
Ditzelfde element komt in de volgende verzen van Markus 16 nogmaals naar voren, daarom laat ik het voor dit moment rusten. Waar het me vandaag om gaat is dat je samen in de kerk kunt zitten onder dezelfde prediking, maar dat het geloof bij de ene doorbreekt en wordt versterkt bij voortduur, terwijl anderen alsmaar blijven twijfelen. Je kunt daar moedeloos van worden. Hoe laag moet de drempel nu nog liggen? Hoe duidelijk moet de voorganger het nu nog zeggen? Hoe eenvoudig moet het evangelie nu nog worden gepreekt? Hoe heerlijk moet de schat van het Evangelie nu nog worden uitgestald? Twijfel en ongeloof blijven hardnekkige vijanden en sterke wapens in satans hart. Als we dat nu een doorzagen; als we daarom des te sterker riepen tot de Opgestane Heiland: "Heere, zend Uw licht en waarheid… leidt ons door Uw Geest… breek door in kerk en vaderland!"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten