"En als de sabbat voorbijgegaan was, hadden
Maria Magdalena, en Maria, de moeder van Jakobus,
en Salome specerijen gekocht, opdat zij kwamen en Hem zalfden."
en Salome specerijen gekocht, opdat zij kwamen en Hem zalfden."
Markus 16 : 1
Het is Derde Paasdag… we hebben zeven weken stilgestaan bij het lijdensevangelie. Maar hoe lang staan we stil bij het opstandingsevangelie? Ja, misschien zeg je: daar staan we elke zondag bij stil. Inderdaad. Maar zullen we een aantal dagen achtereen stilstaan bij wat er na Pasen gebeurde, aan de hand van Markus 16? Het is een compact verhaal dat in een notendop de tijd tussen Pasen en Hemelvaart weergeeft.
Volgens de geboden
"Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt", klinkt het vierde gebod. In Lukas 23 : 56 lezen we: "En wedergekeerd zijnde, bereidden zij specerijen en zalven; en op den sabbat rustten zij naar het gebod." De vrouwen viel niets te verwijten; ze hielden zich netjes aan het sabbatsgebod. Zouden ze met hun gedachten ook gerust hebben en zich helemaal gericht hebben op de God van de sabbat? Of waren hun gedachten (die volgens dit gebod enkel op de HEERE van de sabbat behoorden gericht te zijn), misschien toch vooral bij hun vermoorde Heere? Hem dienen… hoe zou dat nou ooit kunnen? Het enige dat ze voor Hem konden doen was Zijn lichaam balsemen.
Over the top?
Toch blijf ik het vreemd vinden dat Jozef van Arimathea en Nicodemus voor een vermogen aan zalf hadden gekocht en Hem direct zalfden, terwijl de vrouwen óók zalf gingen bereiden? Wat konden zijn nog toevoegen aan die honderd pond zalf? "En Nicodemus kwam ook (die des nachts
tot Jezus eerst gekomen was), brengende een mengsel van mirre en aloe;
omtrent honderd ponden gewichts." (Joh. 19:39) Dit hadden de vrouwen gezien: "En Jozef, het lichaam nemende, wond hetzelve in een zuiver fijn lijnwaad. En leide dat in zijn nieuw graf, hetwelk
hij in een steenrots uitgehouwen had; en een groten steen tegen de deur
des grafs gewenteld hebbende, ging hij weg. En aldaar was Maria Magdalena, en de andere Maria, zittende tegenover het graf." (Matth. 27:59-61).
Mattheüs beschrijft ons in het eerste vers van hoofdstuk 28 dat ze slechts kwamen om het graf te bezien. Toch denk ik niet dat Markus iets verzonnen heeft. Het lijkt op een overgevoelige actie, die het begraafritueel wat over the top maakte. En er is nog iets…
De tweede voorste rij?
Wie de drie vrouwen op een rijtje zet, ziet dat zij respectievelijk 0, 1 en 2 zonen onder Jezus' discipelen hadden: Maria Magdalene (geen), Maria (Jacobus) en Salome (Johannes en Jacobus). De moeders waren hier waar hun zonen hadden moeten zijn. Ze behoorden tot de vrouwen die worden genoemd als zij die Jezus waren gevolgd vanuit Galilea.
Ze waren het zorgzame niet afgeleerd. Hoewel hun zonen volwassen mannen waren, namen zij nog steeds de moedertaken waar. Ze beredderden en waren – vrees ik – zo vol van hun Martha-achtige zorgzaamheid, dat ze de zorg van Nicodémus en Jozef niet voldoende vonden. Hun actie was als de zoveelste overlijdensadvertentie in de krant, alsof de mensen nog niet voldoende wisten dat iemand overleden was; of om aan anderen te laten lezen dat zij toch ook tot een bepaalde belangrijke kring rondom de overledene behoorden. Lief bedoeld, maar onbedoeld een tweede voorste rij in de gelederen.
Als dan niemand het doet…
Of val ik nu de vrouwen te hard af? Waar vierden zij de sabbat? Ik vermoed bij Maria – de moeder van Johannes Markus – in haar opperzaal. Zij was de gastvrouw. En de weggelopen discipelen waren een voor een bij haar binnengedruppeld. Daar zaten ze verslagen voor zich uitstarend. Er werd weg gesproken, maar het waren matte stemmen. In die sfeer zou het plan kunnen zijn uitgewerkt om op de eerste dag van de week 's morgens vroeg naar het graf te gaan en het balsemwerk af te maken.
Zalfbereiden koste tijd en was typisch een vrouwenwerk. Nog vlak voor de sabbat waren ze gauw ergens langs gegaan om ingrediënten te kopen. Ik vermoed toch stiekum dat ze de sabbat niet helemaal hebben stilgezeten. Met het kopen van zalfingrediënten heb je nog geen zalf…
Hoe het ook zij, in al die dingen wordt ons een actieve betrokkenheid op Jezus getekend. En het stelt ons voor de vraag: hoe sta ik tegenover Hem? Als ik niet actief betrokken ben op Hem, wie doet het dan wel? Jezus had over de stenen gezegd, dat die dan wel zouden spreken over Hem, als de mensen moesten zwijgen. Welnu, zo ver laat ik het toch niet komen?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten