zaterdag 30 april 2016

Jouw naam en Gods naam verbonden

Ismaël, uit 'Icons of the Bible',
gefotografeerd door James C. Lewis

Waarom laat je je kind dopen? Wat is jouw motivatie daarbij? God heeft een stellige motivatie bij de Heilige Doop. Het is een bedenksel van Zijn genadige zondaarsliefde. Laat dat maar eens duizelen in je hart. Maar… wat beweegt jou als vader of moeder, om je kind te laten dopen? Het is goed om dat helder te hebben. Ik ga geen verhandeling houden over de doop, maar ik leg die motivatie van ons 21e eeuwers naast die van vader Abraham, toen hij zichzelf en zijn dertienjarige zoon Ismaël liet besnijden. En trek de lijn ook door naar zijn kleinzoons Jacob en… Ezau!

Het moment van de eerste besnijdenis wijkt wat af van alle navolgende besnijdenissen. Er werden bijna alleen volwassenen en 13-plussers besneden. Merkwaardig trouwens dat God het moment uitkoos, waarop Ismaël 13 was en naar de geldende norm verantwoordelijk voor zijn daden. De latere joodse jongens werden dan 'bar mitswa'. Toen Izaäk werd besneden kreeg hij zijn naam; hetzelfde geldt voor Jacob en Ezau. Dat was een moment waarop de ouders ook emotioneel iets van hun innerlijk deelden jegens dit 8 dagen oude kind!


"En de eerste kwam uit, ros; hij was geheel als een haren kleed;
daarom noemden zij zijn naam Ezau.
En daarna kwam zijn broeder uit, wiens hand Ezau's verzenen hield;
daarom noemde men zijn naam Jakob."
Genesis 25 : 25-26a

De opdracht aan opa Abraham

Toen God in Genesis 17 Zijn verbond met Abram bevestigde en dat van het teken en zegel van de Besnijdenis vergezelde, gaf Hij Abram en Saraï een nieuwe naam. Hij veranderde hun namen respectievelijk in AbraHam en SaraH. Hij voegde er Zijn eigen letter H aan toe. Letterlijk verbond Hij Zijn naam aan die van deze twee mensenkinderen.
Inmiddels was Ismaël 13 jaar en groeide op in een godsdienstig, maar gistend gezin. Dat kwam omdat Abraham 'eigen wegen' had bewandeld en God een handje wilde helpen. Hij bracht daarmee Hagar in problemen (gaf haar een slecht beeld van God en maakte haar blij met een 'dode mus', waar het Gods belofte van de Messias betrof!). Maar hij was ook schuldig aan het bestaan van een jongen, Ismaël, die een fout beeld van de dienst aan de HEERE kreeg. Ik snap het zo, dat Abraham gaat pleiten bij God, voor zijn eerstgeborene Ismaël. En… de HEERE laat Zich verbidden.
De besnijdenis wordt een bevel! Geen discussiepunt over de vraag of je volwassenen zou moeten besnijden of jonge kinderen. Geen discussiepunt over de vraag of je er wel geestelijk aan toe bent en of jij als niet-wedergeboren ouder nu wel of niet mag laten besnijden (lees bij dit alles ook de Heilige Doop!). God geeft een bevel. En wie niet besneden is hoort niet meer bij de 'club'. Die jongen of man moet worden uitgestoten. Heftig, nietwaar? God neemt het Verbond bloedserieus.

De belofte aan oom Ismaël

Met in mijn achterhoofd Ezau, zoom ik hier in op Ismaël, omdat deze oom best veel overeenkomsten vertoont met zijn neefje Ezau. Hoe stellig de HEERE ook aangeeft dat Hij Zijn speciale belofte aan Izak voorbehoudt (let erop dat hier al Izaks naam wordt genoemd!), Hij belooft de spottende Ismaël een forse zegen en voorspoed.
Maar eerst stap ik één hoofdstuk terug. Want toen ontmoette de HEERE Hagar en vertelde haar dat ze een zoon met de naam Ismaël zou baren. "En hij zal een woudezel van een mens zijn; zijn hand zal tegen allen zijn, en de hand van allen tegen hem; en hij zal wonen voor het aangezicht van al zijn broederen." Hagar geeft God een naam (hij wordt persoonlijk concreet voor haar!!!): 'Lachai-roi', dat is 'Gij, God des aanziens'. In de kanttekening wordt duidelijk gemaakt dat Hager met de naam van de put haar eigen naam met die van God vermengde (belangrijk element van een verbond).
Het gaat mij vooral om wat de engel over Ismaël zegt: 'een mens die lijkt op een wilde ezel'. Een bepaald ruw persoon, zo niet een olifant in een porceleinkast. Een ruziezoeker met iedereen en iedereen heeft ruzie met hem. En toch… toch zal hij 'wonen' recht tegenover zijn broeders. Hij zal ze uitdagen, tarten zelfs, maar men zal hem niet kunnen wegvagen. Eenzelfde belofte zal ook over Izaäk worden uitgesproken, zodat iets gaat oplichten van het eeuwigdurend conflict tussen de Joden en de Arabieren. Ga daar als westerling maar nooit tussenzitten. Echter, als we Genesis 25 lezen zien we dat hij ook tegenover andere 'broederen' woont: "tegenover Egypte", het land waar zijn moeder prinses was, aldus een apocrief boek.
Een hoofdstuk verder dus, maakt de HEERE zijn zegen aangaande Ismaël concreter: "En aangaande Ismaël heb Ik u verhoord; zie, Ik heb hem gezegend, en zal hem vruchtbaar maken, en hem gans zeer vermenigvuldigen; twaalf vorsten zal hij gewinnen, en Ik zal hem tot een groot volk stellen." Dankzij de voorbede van zijn vader zal de HEERE Ismaël zegenen, vermenigvuldigen en 12 vorsten geven, net als de 12 stammen van Israël! Hij zal eveneens tot een groot volk zijn. Maar… ja, het is niet anders godezijdank: ook deze meerdere zal de mindere dienen. De vraag is: wil Ismaël dat? Hoe zal hij hiermee omgaan? Nou, het woord is allereerst aan God: "En God was met den jongen; en hij werd groot, en hij woonde in de woestijn, en werd een boogschutter. En hij woonde in de woestijn Paran." Hij laat zien dat Hij verder wil met Ismaël. En Ismaël laat de band met Abraham niet helemaal los, want als Abraham overlijdt is Ismaël erbij bij de begrafenis, samen met Izaäk. Gezamenlijk geven ze hun vader de laatste eer. Maar daarna…?
Het is opmerkelijk dat we na de zegening van Jacob door Izaäk, Ezau verbolgen het kampement van zijn ouders zien verlaten. Waar gaat hij heen? We lezen in Genesis 28:9: "Zo ging Ezau tot Ismaël"! Die twee zullen elkaar helaas goed hebben verstaan, denk je niet?

De zegen aan vader Izaäk

"Maar Mijn verbond zal Ik met Izak oprichten, die u Sara op dezen gezetten tijd in het andere jaar baren zal." Dat zijn de woorden van God aan Abraham. Het was duidelijk dat de HEERE met Izaäk een speciale weg ging. De weg die Hij met Abraham was begonnen… de weg die Hij met Eva en Adam reeds was begonnen: het Vrouwenzaad moest geboren worden! En daarom zouden in die lijn bij uitstek alle geslachten der aarde worden gezegend. Kijk nog één keer naar Ismaël, als voorbeeld hierbij. Als er een feestje wordt gegeven voor Izaäk, wanneer hij gespeend is, lezen we in Genesis 21 dat hij het spotten al geleerd heeft. En dat steekt Sara. Abraham brengt dit probleem bij God en deze antwoordt: "Laat het niet kwaad zijn in uw ogen, over den jongen, en over uw dienstmaagd; al wat Sara tot u zal zeggen, hoor naar haar stem; want in Izak zal uw zaad genoemd worden. Doch Ik zal ook den zoon dezer dienstmaagd tot een volk stellen, omdat hij uw zaad is."
Als Izaäk wordt besneden, krijgt ook hij een naam. Een naam die God hem al had gegeven: Izak. Yitschaq betekent 'hij lacht'. Sara uit een stuk ongeloof, Abraham met tranen van dankbaarheid in zijn ogen. Zou Sara het aan Izak hebben uitgelegd, waar zijn naam vandaan kwam? Dat moet me een gesprek zijn geweest! Ik kan me voorstellen dat Izaäk een moederskindje is geworden.
Hoewel, zijn vader is ook een groot voorbeeld van geloofsstandvastigheid geweest! Wat dacht je?! Als Abraham de opdracht krijgt om zijn zoon te offeren, lijkt de weg ten ene male dood te lopen. Maar door de onmogelijkheden heen gebruikt God hem als type van Christus. "God zal Zich een Lam ten brandoffer voorzien, mijn zoon!" En zo geschiedde. En Izaäk mocht Diens verre voorvader zijn, een drager van de belofte. Een belofte met Toekomst!

vrijdag 29 april 2016

Vaders trots en moeders angst

Izaäk, uit 'Icons of the Bible',
gefotografeerd door James C. Lewis
Zou het zo kunnen zijn dat ouders juist met die kinderen een mysterieuze band hebben, die het meest van hen verschillen? Je komt natuurlijk plenty moeders tegen die hun dochter precies willen laten zijn zoals zij. Ze zijn nog tieners, als hun moeder eigenlijk niet meer is dan een gelijkwaardige vriendin. Vaders vallen vaak in de valkuil dat hun zoons alleen maar stoere dingen moeten doen. Jongens moeten echte jongen-jongens zijn en meisjes het liefst meisje-meisjes. Maar dat is niet echt een ouder-kind- relatie. Dat is voldoen aan de norm die anderen gesteld hebben. Soms tot frustratie en schade voor het kind!

Van mijn vader mocht ik bepaald speelgoed kopen, dat hij als kind nooit had gehad. Hij kon daarvan genieten en achteraf denk ik weleens, dat hij in mij zichzelf zag spelen. Er zijn ouders die hun kinderen stimuleren in bepaalde wegen die zij zelf nooit hebben kunnen bewandelen. Denk aan opleiding of hobby of reizen. Je moet uitkijken dat de kinderen niet in jouw ideaalbeeld worden geperst, maar ik kan het snappen. Dat hoeft nog niet verkeerd te gaan. Maar… als ik naar Izaäks jeugd en ontwikkeling kijk, vraag ik me in alle ernst af: wát trok hem aan in Ezau? Als Rebekka nu het meest met Ezau zou hebben gehad, had ik dat logisch gevonden, na wat we gisteren ontdekten. Maar juist Izaäk trekt naar Ezau toe en Rebekka lijkt haast een afstand tot hem te bewaren.


"En Izak had Ezau lief; want het wildbraad was naar zijn mond;
maar Rebekka had Jakob lief."
Genesis 25 : 28

Liefde tussen ouders en kinderen

Izaäk en Rebekka hadden hun kinderen lief. Dat is fijn om te lezen. Als dat er niet zou zijn, dan groeiden de kinderen kil en zakelijk op. Dan zou hun geweten niet goed zijn gevormd en hun gevoelsleven verkrampt, zo niet ontwricht zijn geworden. Dan hadden ze niet naar behoren kunnen communiceren, al helemaal niet op het non-verbale vlak.
Maar… er is iets merkwaardigs aan deze liefde. Het woordje 'maar' klinkt haast onheilspellend. Izaäk laat zijn gevoel spreken en neigt naar Ezau; een reactie van de kant van Rebekka volgt direct: "maar Rebekka had Jakob lief." Ik gebruikte het woorden 'neigen', maar ik weet niet of dat wel een juist woord is. Het sust een beetje het onterechte. Het camoufleert het onheuse. Het stigmatiseert haast. Je moet als ouders nooit duidelijk je voorkeur voor een van je kinderen laten merken. Al zal ongetwijfeld bij discussies en confrontaties een en ander duidelijk kunnen worden. Investeer er dan in dat de suggestie van voorkeur zal worden weggenomen!
We moeten bij deze geschiedenis goed in de gaten hebben dat Izaäk en Rebekka niet in één tent woonden. Ze deelden het bed, maar niet elke nacht. Ze hadden elk hun afgebakende leven. We lezen in het laatste vers van het vorige hoofdstuk: "En Izak bracht haar in de tent van zijn moeder Sara; en hij nam Rebekka, en zij werd hem ter vrouw, en hij had haar lief. Alzo werd Izak getroost na zijner moeders dood." Rebekka is een en al troost voor Izaäk. Hij is de handelende hier en het lijkt alsof de liefde alleen van hem uitgaat richting Rebekka (en niet andersom); maar ik weet zeker dat dat wél het geval was.

Izaäk en een uiterlijk verschillende tweeling

Izaäk was duidelijk een moederskind en Jacob, ja je leest het goed, moet erg op hem hebben geleken. Misschien dat Izaäk zichzelf in Jacob herkende en daarom juist afstand bewaarde. Zich aanvankelijk niet zo'n zorg over deze jongen maakte: die kwam er wel; hij ging braaf in het spoor. Met Ezau moest je meer voeling houden, ander was je hem kwijt. Ik teken het in met mijn gevoel, want het staat er allemaal niet in Gods Woord. Toch denk ik dat zulke dingen wel kunnen hebben meegewogen.
Er is nog iets. Izaäk lijkt ook een vader die rendement zocht. Hij voedde zijn kinderen op en liet hun verzorging gerust over aan de liefdevolle zorg van Rebekka. Even tussendoor: zou hij het verschil tussen Rebekka en hemzelf hebben opgemerkt? De tekst van vandaag lijkt te suggereren dat alleen Rebekka dit doorhad.
Ezau was voor Izaäk een zoon om trots op te zijn. Wat die allemaal presteerde, uithaalde en durfde! "Ik zou dat zelf vroeger nooit hebben gedurfd," zei de vader met een glimmende trots in zijn ogen. De prestaties van zoonlief werden met deze woorden bijna zijn eigen prestaties. En kijk eens… de vader werd er zelf ook beter van: heerlijk wildbraad! Het personeel in het kampement van Izaäk kon best over weg met potten en pannen, maar dat bleef toch een beetje hangen in 'meer van hetzelfde': lamsvlees of schapenvlees uit de kudde. Groenten van het eigen land. Vruchten van de bomen in de buurt. Maar het vlees dat Ezau meebracht was gekruid met durf en avontuur! Het kwam van ver, dus het was lekker. En de verhalen van zijn expedities maakten het nog eens extra smakelijk.
Izaäk zelf stel ik me voor als een beschaafde, min of meer gladgeschoren jongen; een beetje de oudere versie van Jacob. Maar Ezau! Een en al harigheid. Ja het is waar, af en toe moest hij zijn zoon manen om niet zo luidruchtig en gulzig te zijn. Het is waar, af en toe moest hij wel iets door de vingers zien van Ezau's escapades met de dienstmeisjes of de vrouwen op de markt. Vliegen vangen met stroop… niet met azijn. Niet teveel op Ezau's huid zitten; anders was je hem kwijt. Fantastisch toch, als je zo'n icoon van een zoon hebt? Wie in de wijde omgeving had zo'n bodyguard? En als Izaäk vertelde over de grote daden van de HEERE en iets vertelde over zijn leven met God, dan zag hij het als zaaien… zaaien in het hart van Ezau. Niet te zeer naar vruchtdragen staan. Laat het maar tijd krijgen om te ontkiemen. De HEERE zou vast wel de wasdom geven.



Rebekka en een innerlijk verschillende tweeling

Gek genoeg zou het tussen Rebekka en Ezau weleens hetzelfde kunnen zijn geweest als tussen Izaäk en Jacob. Rebekka zag in die stoere, eigenzinnige en ondernemende tiener, haar eigen beeld: bomen klimmen, boog schieten, wolven jagen, wilde spelletjes met de herders en de jongens uit het kamp. Er zat een willetje in Rebekka; er zit een willetje in de kleine Ezau… De levenservaring van Rebekka heeft haar wijs gemaakt en de gevaren ervan doen zien. Is het vrees van haar om afstand tot Ezau te bewaren? In Jacob ziet ze iets opbloeien, dat bij haarzelf zo vaak onder vuur ligt. Jacob kan urenlang luisteren naar zijn vader. Hij kan ook diepe vragen stellen. Maar… ze merkt dat hij vaak zijn neus stoot bij vader Izaäk. Het alsof Izaäk hem op afstand houdt. Izaäk kijkt vaak vol aandacht richting Ezau, maar ziet soms zijn zoon Jacob niet eens zitten. Die is ook niet zo druk en nadrukkelijk aanwezig.
De vragen die Jacob kan stellen, nadat hij heeft zitten peinzen, verbazen Rebekka. Zulke vragen komen eigenlijk maar zelden bij haar op. Hoe komt die jongen toch aan al die vragen? Wat gaat erin dat koppie om? "Ik weet ook niet alles, maar je mag het mij altijd vragen, hoor!" Ze geeft Jacob een aai over zijn bol en ze merkt direct dat dat hem raakt. Jacob is snel emotioneel. Hij kijkt vaak met een schuin oog naar Ezau. Hij wilde ook wel zo'n stoere Tarzan zijn. Een utopie. Jacob moet leren om met zichzelf tevreden te zijn. Hij mag er zijn zoals hij is. Daar is Rebekka stellig van overtuigd. En dat laat ze hem duidelijk merken. Bij haar mag hij zijn wie hij is… Als hij dan tevreden in slaap valt op haar schoot, ervaart ze dat als iets dat ze terugkrijgt voor haar liefde. Bij Ezau zou ze zoiets nooit krijgen. Langzaamaan verkleven moeder en zoon en hebben ze ook op non-verbaal vlak het vermogen om met elkaar te communiceren, elkaar aan te voelen. Een spel dat Ezau niet snapt en maar kinderachtig vindt. Een verbondenheid die Izaäk geheel lijkt te ontgaan. Hij wordt er ook niet in getraind.

donderdag 28 april 2016

Moeder Rebekka

Rebekka, uit 'Icons of the Bible',
gefotografeerd door James C. Lewis


De moeder is het eerst en meest diep verweven met het leven van een kind. Er schijnt een bijzondere band te bestaan tussen zoons en hun moeder, en tussen dochters en hun vader. En toch denk ik dat een moeder het hechtst aan haar kind verbonden is. Een vader heeft naast de band van de liefde vooral een sturende en stimulerende invloed op zijn kinderen. Maar hoe hecht een vader ook verbonden is aan zijn kind, de band tussen moeder en kind is het meest intens.

Daar zijn vast dikke boeken over geschreven en hele filosofische, psychische en biologische theoriën op losgelaten, maar ik beperk me in deze serie tot wat mijn ervaringen door het leven heen zijn en wat ik ervan herken en leer in de Bijbel. Met de geschiedenis van Jacob en Ezau hebben we een dubbel bijzondere situatie te pakken. Ik geef toe: wat het is om een tweeling te hebben, laat staan een tweeling te zijn, weet ik niet. Maar met deze tweeling is wel iets bijzonders aan de hand: ze verschillen dag en nacht en… er zit iets ongrijpbaars in hen.


"En Jakob gaf Ezau brood en het linzenkooksel;
en hij at en dronk, en hij stond op en ging heen;
alzo verachtte Ezau de eerstgeboorte."
Genesis 25 : 34

Rebekka's familieband

Om enigszins inzicht te krijgen in het mysterie van Ezau's houding, gaan we terug naar de tijd vóór zijn geboorte. Wat is het bijzonder en jaloersmakend gegaan: de weg die Rebekka en Izak bij elkaar bracht. "En Izak was veertig jaren oud, als hij Rebekka, de dochter van Bethuël, den Syriër, uit Paddan-aram, de zuster van Laban, den Syriër, zich ter vrouw nam." (Gen. 25 : 20). Lange tijd is Izak blijven zitten onder de vleugels van vader Abraham. Maar als hij al 40 jaar is, na het overlijden van moeder Saraï, neemt Abraham een besluit dat alles te maken heeft met zijn oudste zoon: Ismaël. Zijn eerstgeboren zoon heeft hij van God moeten wegsturen. Hij heeft hem niet kunnen opvoeden, dan alleen de eerste vijftien jaren. De keuze voor een vrouw heeft hij voor Ismaël niet kunnen invullen. Ik kom daar bij de partnerkeuze van Ezau later nog wel op terug. Maar aan alles merk je dat Abraham niet blij is met de partnerkeuze van Ismaël. Om zich heen kijkend bedenkt hij dat Izak het risico loopt verliefd te worden op een heidens meisje, met alle gevolgen van dien. Het is dus – naast God – Abrahams ingrijpen om voor Izak een goede levenspartner te kiezen. Abrahams keuze valt op het gezin van zijn broer Nahor; Gods keuze valt op Rebekka.

Rebekka's band met haar moeder

Waar ik vooral de nadruk op wil leggen is de figuur van Rebekka. Als Abrahams knecht bij Bethuël in huis is om Rebekka mee te vragen, lezen we twee bijzondere dingen: "Toen zeiden zij (vader of broer Bethuël en broer Laban): Laat ons de jonge dochter roepen, en haar mond vragen. En zij riepen Rebekka, en zeiden tot haar: Zult gij met dezen man trekken? En zij antwoordde: Ik zal trekken. Toen lieten zij Rebekka, hun zuster, en haar voedster trekken, mitsgaders Abrahams knecht en zijn mannen." (Gen. 24 : 57-59).
Rebekka wordt om haar mening gevraagd en zij zegt uit volle overtuiging en uit eigener beweging: "Ik zal gaan!" Dit staat haaks op ons beeld van het Oosten, waarin de vrouw niets te vertellen heeft! Het lijkt erop dat Rebekka een stevige eigen wil heeft en ook ontwikkeld is, argumenten kan afwegen en visie kan ontwikkelen. We zouden heel graag gelezen hebben dat zij de HEERE vroeg of Hij wilde dat ze ging, maar we lezen het niet! Ze besluit beslist. Was het Gods tijd? Ik denk het zeker, maar Rebekka is bepaald niet afwachtend en passief! Het tweede is dat haar voedster meegaat; ze neemt als het ware een stuk opvoeding mee. Misschien mag je het zelfs zien als een 'stukje van haar eigen moeder' die waarschijnlijk reeds was overleden. Dan kunnen Izak en Rebekka elkaar de hand geven: beiden zijn hun moeder verloren. Rebekka valt van de ene mannenwereld in de andere, maar ik denk dat ze vooral in de dienst aan de HEERE een groot verschil heeft gemerkt: haar schoonvader Abraham leefde dichtbij de HEERE. In zijn nederzetting is het geloofsleven van Rebekka ontwikkeld, zeker door toedoen van Izak, die een intens gebedsleven kende. Maar hoe dicht Rebekka en Izak ook tot elkaar naderden, de voedster Debora is nog steeds in haar omgeving. En ze zal er lang blijven! In Genesis 35 : 8 lezen we pas dat ze sterft (en dan is Rebekka al lang overleden) "En Debora, de voedster van Rebekka, stierf, en zij werd begraven onder aan Beth-el; onder dien eik, welks naam hij noemde Allon-bachuth."

Rebekka's band met God

Twintig jaar hebben Izak en Rebekka intens met elkaar verlangd naar de kinderzegen. Het enige dat ze hadden om bij God op te pleiten was de belofte dat 'in Izak het zaad gezegend zou worden'. Al die jaren leefden ze in zeker zin in de nabijheid van vader Abraham, die zijn eigen aanvechting terugzag bij zijn zoon en schoondochter: "Zouden Gods beloftenissen hun vervulling dan tóch missen?" Maar het bleef niet bij pleiten… want van passief wachten word je niet zwanger. De gemeenschap tussen Izak en Rebekka heeft een dubbele lading: intense liefde en sterke verwachting. En daarin heeft Rebekka zeker ook geen passieve rol gespeeld. Naast het gebed van Izak zal ze er alles aan gedaan hebben om een zwangerschap te laten gelukken.
Twintig jaar is lang; het verlangen moet sterk zijn aangevochten. Hoe intens zal dus de vreugde zijn geweest, toen Rebekka merkte dat ze zwanger was! Vermoedelijk wist ze het pas na verschillende maanden. Maar ergens, onderhuids, is Rebekka daar anders mee bezig dan Izak. Ze heeft het gebed als bijzonder krachtig wapen leren gebruiken, maar let eens op haar houding tegenover God: "Is het zo? waarom ben ik dus?" (vers 22) Een paar rare, afgebroken zinnen die volgens de Kanttekeningen "… voortkomen uit onverduldigheid en ontsteltenis over dit zeldzaam werk. De zin schijnt te zijn: Is het zo te doen, wat mocht ik naar kinderen wensen? Of: Waarom geeft ze mij God? Of: Waarom ben ik dragende geworden? Of: Waartoe ben ik nog in het leven?" Waar komen die woorden vandaan? Welk gevoelen schuilt daar achter?

Ezau - een kind van het Verbond

Fotograaf James C. Lewis maakte een serie artistieke foto's, de 'Black Bible Characters', waaronder 'Esau'


Afgelopen zondag hield ik een vertelling op de zondagsschool over Jacob en Ezau. En prompt ging zondagavond de preek over exact hetzelfde gedeelte: Genesis 25 : 19-34! De week ervoor werd ik bijzonder getroffen door de figuur en houding van Ezau. Ezau, een kind van het Verbond. Hoe is het mogelijk dat hij de waarde van dat Verbond niet zag, zijn eigen weg door het leven ging en God niet nodig leek te hebben. Je komt er niet zomaar uit, wanneer je in zijn opvoeding de aanleiding probeert te zoeken; hoewel… Je komt er al helemaal niet uit, als je het probeert te verklaren vanuit de uitverkiezing; hoewel… Ik heb me voorgenomen een serie overdenkingen te gaan maken over 'Ezau - een kind van het Verbond'. Misschien dat ik de serie t.z.t. ga bundelen in een ebook. Om zo de serie extra dienstbaar te maken aan mensen die zo'n Ezau in hun directe omgeving hebben of… zich herkennen in deze man met een autonome drive en hang naar ongebondenheid.