zondag 16 november 2014

Van horen zeggen


"De schare antwoordde Hem: Wij hebben uit de wet gehoord, dat de Christus blijft in der eeuwigheid; en hoe zegt Gij, dat de Zoon des mensen moet verhoogd worden? Wie is deze Zoon des mensen?"
Johannes 12:34

Als iemand iets beweert dat jou onjuist in de oren klinkt, is het soms interessant om te achterhalen hoe hij of zij tot die uitspraak komt. In onze tekst ondervragen de mensen – en niet direct de Farizeeën – de Heere Jezus op Zijn woorden. En luister maar, ze hebben Hem aardig begrepen. "Hoe kunt U beweren dat de Zoon des mensen moet worden verhoogd?" Jezus had dat zo niet gezegd, maar zij trokken wel een juiste conclusie. Wat had Jezus wél gezegd? "De ure is gekomen, dat de Zoon des mensen zal verheerlijkt worden" (vers 23). Verheerlijkt! Niet verhoogd. Dat verhogen gebruikte Hij in relatie tot Zichzelf: "En Ik, zo wanneer Ik van de aarde zal verhoogd zijn, zal hen allen tot Mij trekken" (vers 32). De mensen hadden de link tussen Jezus en de Zoon des mensen begrepen, want ze verbinden het verhogen van Jezus nu kruislings met de Zoon des mensen. En daarmee beamen zij dat Jezus dezelfde is als de Zoon des mensen. 

Maar voordat je nu denkt, dat deze mensen er dus zijn en de boodschap van Christus werkelijk hebben begrepen, luister dan nog eens goed waarmee ze beginnen. "Wij hebben gehoord…" Dit is een heel veilige manier van betogen. Je hebt het slechts gehoord. Dus als het niet klopt, ga je niet af, maar 'lieg' je in commissie. Echter, ik vind dit altijd een armoedige manier van argumenteren. Als het doorslaggevend bewijs slechts een gerucht is. Met wat zij hebben gehoord van hun rabbi's, hebben zij hun beeld en mening gevormd. Ze hebben het eigenlijk nooit geverifieerd. En dat is zo supergevaarlijk! De mensen uit Berea werden geroemd, omdat ze checkten of het gehoorde klopte met het Woord. Doe jij dat ook? Dat is geen argwaan, maar standvastig wortelen in en groeien vanuit de Schrift.

Wat hebben ze gehoord? Dat de Christus eeuwig bij hen blijft. Voor hen is die Zoon des mensen de Messias, de Christus. En daarin hadden ze gelijk! De term 'Zoon des mensen' komt uit Daniël. Op – nota bene – Wikipedia valt het volgens te lezen:
    "Ik zag dat er tronen werden neergezet en dat er een oude wijze plaats nam. Zijn kleed was wit als sneeuw, zijn hoofdhaar als zuivere wol. Zijn troon bestond uit vuurvlammen, de wielen uit laaiend vuur. Een rivier van vuur welde op en stroomde voor hem uit. Duizend maal duizenden dienden hem, tienduizend maal tienduizenden stonden voor hem. Het hof nam plaats en de boeken werden geopend. ... In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens (כְּבַר אֱנָשׁ kəbar 'ěnosh). Hij naderde de oude wijze en werd voor hem geleid. Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit te gronde gaan. (Daniël 7.9-14)[1]
  • In oudere Nederlandse vertalingen wordt 'mens' hier nog weergegeven door 'mensenzoon', b.v. in NBG 1951 luidt vers 13:
  • Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon.
  • De vertalingen 'mens' en 'mensenzoon' zijn beide valide.[2]
  • We hebben hier te maken met een menselijk figuur aan wie in de Eindtijd alle macht zal worden gegeven. Daniël geeft geen interpretatie van zijn visioen. Er zijn meer visioenen, en in een daarvan wordt als heerser van de eindtijd "Michaël" genoemd (Daniël 12.1). Deze naam betekent "Hij die is als God" en hoeft niet noodzakelijkerwijs de aartsengel met dezelfde naam te zijn.
  • Volgens de Evangeliën noemde Jezus van Nazareth zichzelf de Mensenzoon, en daarmee indirect de Messias. Volgens het christelijk geloof is Jezus degene die aan het einde der tijden de volken zal beoordelen, een gebeurtenis die in het Christendom bekendstaat als het "Laatste Oordeel" en een wijdere betekenis heeft dan het oordeel over de vier wereldrijken dat in Daniël 7 is bedoeld.
  • De kern van het Christendom is dat Jezus van Nazareth de messias is. Een andere kwestie is of de vroegste christenen eveneens meenden dat hun messias degene was die, als Mensenzoon, het oordeel zou vellen. Vermoedelijk is dit inderdaad het geval; toen Jezus door Kajafas werd verhoord, vond volgens de Evangelisten de volgende uitwisseling plaats:
    Toen vroeg de hogepriester hem: ‘Bent u de messias, de Zoon van de Gezegende?’
    Jezus zei: "Dat ben ik, en u zult de Mensenzoon (τὸν υἱὸν τοῦ ἀνθρώπου) aan de rechterhand van de Machtige zien zitten en hem zien komen op de wolken van de hemel." [8]
  • Anders gezegd, Jezus beroept zich hier op Daniël 7. Dit geeft aan dat in de vroege kerk werd aangenomen dat Jezus, als messias, de Mensenzoon was die het Laatste Oordeel zou vellen.
  • De uitdrukking wordt in het Nieuwe Testament nog 82 keer gebruikt, vrijwel uitsluitend in passages waarin Jezus deze titel op zichzelf toepast.[9] Vrijwel alle keren wordt Mensenzoon in het Nieuwe Testament in de directe rede in 3e persoon enkelvoud gebruikt, b.v.:
    Tegen de leerlingen zei hij: ‘Er komt een tijd dat jullie ernaar zullen verlangen een van de dagen van de Mensenzoon te zien, maar jullie zullen die dag niet meemaken.’[10] "

Tot zover Wikipedia. Er was bij de schare in onze tekst een zekere kennis van de Mesias. Ze gingen zelfs zover dat ze de link legden tussen Jezus en de Zoon des mensen. Maar, hoe verwonderlijk is het dan om aan het einde van het vers die vraag te lezen: "Wie is deze Zoon des mensen"? Daarmee geven ze zichzelf bloot en erkennen dat ze het gehoorde eigenlijk helemaal niet snappen. En dat Jezus' woorden niets aan duidelijkheid hebben toegevoegd. 
Hoe belangrijk is het om door te vragen als mensen je confronteren met hun stellige mening. Vaak genoeg kom je er al na drie vragen achter dat ze slechts napraters zijn. En dus geen zekerheid hebben. Dan is er werk aan de winkel. Vind je niet? Jij weet toch wel beter?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten