"Nu is het oordeel dezer wereld; nu zal de overste dezer wereld buiten geworpen worden."
Johannes 12 : 31
Vind je ook niet dat we te weinig leven vanuit de werkelijkheid dat de satan overwonnen is? Nog vóór Zijn lijden en sterven zegt Jezus hier in onze tekst dat de overste dezer wereld buiten geworpen zal worden. We leven bijna twee millennia na Zijn offer, dus… Nu weet ik wel dat hij nog een tijdje ontbonden zal worden (en in die periode leven wij nu reeds!) en allerlei grote macht zal tonen, maar het is allemaal 'buiten'.
Een persoon die ergens naar buiten wordt gegooid, wordt de toegang ontzegd. Zo werd de mens in Genesis 3 buiten het Paradijs gezet. Zo wordt een ongewenst individu uit een openbare ruimte gezet door een 'uitsmijter'. Zo wordt de gast zonder bruiloftskleed bij zijn kladden gevat en 'buiten geworpen', in de buitenste (de meeste intense) duisternis. Daar kom ik zo op terug.
Wat nóg erger is, is dat veel reformatorische 'christenen' – evenals veel rooms katholieken, moslims en ongelovigen – leven, alsof Christus niet is binnengegaan in het binnenste Heiligdom om daar voor Zijn Vader Zij verdienste te tonen. Alsof Hij niet door de Vader zou opgewekt zijn, ten teken van Gods Amen op het offer van Zijn Zoon! Ze leven, alsof ze zelf met goede werken en hun beste beentje de boel moeten (bij)verdienen. Ze leven, alsof er wel heil is aangebracht, maar vast niet voor hen. Ze leven, alsof Christus' offer ontoereikend zou zijn. Met een stapel geloofsonzekerheid tot gevolg.
Ook zijn er veel degelijke kerkmensen die leven alsof het leven hier op aarde het allerbelangrijkste is waarvoor we leven. Huizen vol, garages vol, tuinen vol, portemonnaies vol, maar harten leeg. Wel veel godsdienstigheid en godsdienst, maar geen waarachtig geloof. En satan, die 'buiten' geworpen ís (let op: ís), vindt dat prachtig! Laat religieuze mensen vooral heel religieus zijn. Laat christenen vooral heel druk zijn met allerlei godsdienstigheid. Maar… kom niet tot de kern! Verlies je in allerlei regel-op-regel-afleiders.
Wanneer wij meer zouden bedenken wáár satan zich nu bevindt en waar zijn einddoel zal zijn, dan zouden we intenser de dingen die boven zijn zoeken. De hel prediken is misschien niet een juiste zaak, al moet tegenover de hemel wel de hel worden geplaatst: twee wegen. Maar het kan geen kwaad de realiteit van de hel te overdenken en niet weg te wuiven met oppervlakkigheid. Bedenk wat het wil zeggen dat satan, de zogenaamde 'overste dezer wereld', is buitengeworpen!
Wanneer de Heere Jezus in enkele gelijkenissen spreekt over de buitenste duisternis, dan verbindt Hij daar steevast het 'aldaar zal zijn wening en knersing der tanden' mee. Wening is meer meer dan huilen, want het gaat gepaard met tandenknarsen. Een afgrijselijke bezigheid die een opperste vorm van wroeging en te-late-spijt is. Je wilt toch zo'n risico niet lopen daar te komen waar satan en de zijnen dat tot in alle eeuwigheid moeten doen?
De realiteit dat satan is buiten geworpen, brengt ons ook bij de realiteit van het 'binnen gehaald worden': "Komt, gij gezegenden Mijns Vaders! beërft dat Koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld." (Matth. 25:34) Tegenover de gesloten deur van de bruiloftszaal en de vijf dwaze maagden, staat de bruilofszaal met al haar heerlijkheid en de aanwezigheid van de Bruidegom, waar de vijf wijze maagden mogen zijn.
Wij zouden veel meer bezig moeten zijn met dat 'binnen' van de bruiloftszaal. De Bijbel en ook het Avondmaalsformulier roepen ons op om onze harten op te heffen in de hemel, waar Christus is. Binnen… ín de bruiloftszaal. Want… waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. Zeg eens, gaat je hart uit naar 'buiten' of naar 'binnen'?
Wat nóg erger is, is dat veel reformatorische 'christenen' – evenals veel rooms katholieken, moslims en ongelovigen – leven, alsof Christus niet is binnengegaan in het binnenste Heiligdom om daar voor Zijn Vader Zij verdienste te tonen. Alsof Hij niet door de Vader zou opgewekt zijn, ten teken van Gods Amen op het offer van Zijn Zoon! Ze leven, alsof ze zelf met goede werken en hun beste beentje de boel moeten (bij)verdienen. Ze leven, alsof er wel heil is aangebracht, maar vast niet voor hen. Ze leven, alsof Christus' offer ontoereikend zou zijn. Met een stapel geloofsonzekerheid tot gevolg.
Ook zijn er veel degelijke kerkmensen die leven alsof het leven hier op aarde het allerbelangrijkste is waarvoor we leven. Huizen vol, garages vol, tuinen vol, portemonnaies vol, maar harten leeg. Wel veel godsdienstigheid en godsdienst, maar geen waarachtig geloof. En satan, die 'buiten' geworpen ís (let op: ís), vindt dat prachtig! Laat religieuze mensen vooral heel religieus zijn. Laat christenen vooral heel druk zijn met allerlei godsdienstigheid. Maar… kom niet tot de kern! Verlies je in allerlei regel-op-regel-afleiders.
Wanneer wij meer zouden bedenken wáár satan zich nu bevindt en waar zijn einddoel zal zijn, dan zouden we intenser de dingen die boven zijn zoeken. De hel prediken is misschien niet een juiste zaak, al moet tegenover de hemel wel de hel worden geplaatst: twee wegen. Maar het kan geen kwaad de realiteit van de hel te overdenken en niet weg te wuiven met oppervlakkigheid. Bedenk wat het wil zeggen dat satan, de zogenaamde 'overste dezer wereld', is buitengeworpen!
Wanneer de Heere Jezus in enkele gelijkenissen spreekt over de buitenste duisternis, dan verbindt Hij daar steevast het 'aldaar zal zijn wening en knersing der tanden' mee. Wening is meer meer dan huilen, want het gaat gepaard met tandenknarsen. Een afgrijselijke bezigheid die een opperste vorm van wroeging en te-late-spijt is. Je wilt toch zo'n risico niet lopen daar te komen waar satan en de zijnen dat tot in alle eeuwigheid moeten doen?
De realiteit dat satan is buiten geworpen, brengt ons ook bij de realiteit van het 'binnen gehaald worden': "Komt, gij gezegenden Mijns Vaders! beërft dat Koninkrijk, hetwelk u bereid is van de grondlegging der wereld." (Matth. 25:34) Tegenover de gesloten deur van de bruiloftszaal en de vijf dwaze maagden, staat de bruilofszaal met al haar heerlijkheid en de aanwezigheid van de Bruidegom, waar de vijf wijze maagden mogen zijn.
Wij zouden veel meer bezig moeten zijn met dat 'binnen' van de bruiloftszaal. De Bijbel en ook het Avondmaalsformulier roepen ons op om onze harten op te heffen in de hemel, waar Christus is. Binnen… ín de bruiloftszaal. Want… waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn. Zeg eens, gaat je hart uit naar 'buiten' of naar 'binnen'?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten