zaterdag 17 april 2021

Wat is geloof? (2)


Het geloof is de zekerheid dat de dingen die we verwachten, ook werkelijkheid zullen worden.
Het is het bewijs van de dingen die we nog niet zien.
Hebreeën 11 : 1


Iets onzichtbaars kun je niet bewijzen, is de stelling van de wetenschap. Hooguit kun je het afleiden uit neveneffecten of omgevingsveranderingen, maar dan nóg is het een aanname, geen bewijs. Om die reden zijn geloof en wetenschap niet de beste vrienden. Echter, ik wil geen wetenschappelijke overdenking houden, maar wel dieper ingaan op wát geloof is, juist in de ze tijd.

De tekst spreekt van ‘zekerheid over het in vervulling gaan van verwachtingen’. En over ‘bewijs van het onzichtbare’. Laten we eerst maar eens naar die woorden gaan kijken om de tekst beter te begrijpen.

De SV zegt dat het geloof als “een vaste grond” of een vast fundament is onder je verwachtingen. In de context van wetenschap is een geestelijke verwachting niet reëel of aanneembaar. Maar binnen de context van het geloof liggen de dingen anders! Wetenschap en meetbaarheid zijn niet de enige werkelijkheden.

Geloof is geschenk en waarborg van God. De betrouwbaarheid daarvan is niet wetenschappelijk meetbaars, maar een kwestie van intens vertrouwen. Dat klinkt misschien abstract, maar als we het woord geloof bestuderen, zal blijken hoe mooi dat woord is!

Geloof (pistis) is enerzijds de overtuiging van de waarheid, maar ook de overtuiging van iemands verhouding tot God en goddelijke zaken met inbegrip van vertrouwen én heilig vuur dat ermee is verbonden.

Wat je ziet is dat sommige mensen staan voor een bepaalde starre mening over theologische zaken, maar dat is totaal iets anders dan geloof. Dat vind je ook bij Moslims, Boeddhisten of Hindoestanen.

De persoonlijke betrokkenheid op én bij het bestaan van God als Schepper en Regeerder van alle dingen, Die door Jezus Christus eeuwig heil verschaft. Een sterke en hartelijke overtuiging dat Jezus jouw persoonlijke Messias is, door Wie jij het eeuwige leven in het Koninkrijk van God ontvangt.

Het heeft enerzijds met een sterk vertrouwen te maken, maar is anderzijds vast overtuigd dat het een directe gave van God is. Geloof ontspruit uit God Zelf en wordt door Zijn Heilige Geest namens Christus ín ons geplant om te ontkiemen en vrucht te dragen. Er zit dus iets ­wederkerigs in, dat levendig, hartelijk is.

Die persoonlijke betrokkenheid en drive ontstijgt het rationeel weten en boort het diepere dagelijks aan. Daaruit leeft het als etend uit Gods hand. Geloven doe je nooit voor jezelf. Het moet gedeeld met anderen, en keert terug tot God. Je merkt het in je hartslag tijdens een preek, bijbellezing of gebed: “Was ons hart niet brandend in ons?”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten