maandag 13 april 2020

De wereld, ben ik het Heere? Of mag ik Uw stem voor haar zijn?

Maar de aarde was verdorven voor Gods aangezicht; en de aarde was vervuld met wrevel. Toen zag God de aarde, en ziet, zij was verdorven; want al het vlees had zijn weg verdorven op de aarde.
Genesis 6 : 11-12



Dit is koren op de molen van veel degelijke kerkmensen en predikers. Hier kunnen ze wat mee: de wereld is verdorven voor God. Preken en boeken vol met hoe verdorven de mens en de wereld wel niet is. Maar met al die beschouwelijke schijnbare waarheid blijven we zelf mooi buiten schot en maken we een karikatuur van Gods kijken naar deze wereld.

Als je de tijd vóór de zondvloed loskoppelt van Gods beloften in het Paradijs, dan was het de hel op aarde. De aarde (lees: de wereld) was verdorven. Alle vlees (lees: de mensen) was puur gericht op het hier en nu en wilde uit het leven halen wat eruit te halen was (zowel die kinderen van Kaïn als die van Seth!). Is het niet voluit ook onze tijd?
De wereld buiten de kerk kunnen we prima duiden. We stellen ons er met onze lifestyle in de kerk tegenover, wellicht zelfs boven. Alles van de wereld is zonde en goddeloosheid. Het zo zitten we in de kerk automatisch aan de goede kant van de streep.
Echter, we vergeten dat die wereld ook in het seculiere denken ín de vrome kerkmensen is genesteld. Je distantiëren van de wereld is niet hetzelfde als Christus volgen. Je terugtrekken uit de wereld is niet hetzelfde als een wandel in de hemel kennen!

De aarde was vervuld met wrevel. Dat woord 'wrevel' betekent geweld, onrecht, wreedheid of onrechtvaardigheid. Je zou er graag iets anders in lezen, misschien, maar het zijn zaken die ook in de kerk voorkomen, helaas. Onrecht en psychisch en religieus geweld (groepsdruk en frame-denken). Gezapigheid kan trouwens ook een vorm van geestelijk geweld zijn! Liever had je hier misschien gelezen: vulgaire zondigheid, brasserij, sexuele losbandigheid. Maar dat staat er niet. God gebruikt hier woorden die breder liggen en meeromvattend zijn.
Ook was de wereld niet verdorven in de ogen van de kerk. Maar 'voor Gods aangezicht'. Dat hing niet af van een uiteindelijk beoordeling die negatief uitpakte. Geen preek met een puntenlijstje van hoe zondig die wereld in onze optiek wel niet is; of een relaas over hoe goddeloos Noach die wereld ervoer. Maar 'voor Gods aangezicht'! Als Abraham wordt vrijgelaten in het Beloofde Land, dan sluit God een verbond met hem en zegt: "Wandel voor Mijn aangezicht en wees oprecht". Dus wees je bewust dat Ik er altijd bij ben, bij wat je doet en laat, spreekt of verzwijgt, denkt of corrigeert in je denken. Dus ook toen, toen hij deed alsof Sara zijn vrouw niet was! Of toen hij Hagar lichamelijk behandelde als zijn eigen vrouw, terwijl het tegen Gods belofte en gebod in ging!

Als God in onze tekst constateert dat de aarde verdorven is 'voor Zijn aangezicht', dan is dat een provocatie van de wereld tegen God, Die aanwezig is. Een klap in Zijn gezicht! Ze wéten dat God erbij is, maar doen alsof Hij lucht is. Ze doen alsof Hij er niet bij is en hen nodigt tot het heil. Zijn bescherming wordt bruut terzijde geschoven; Zijn welmenendheid wordt verdacht gemaakt door ongeloof; Hij wordt buitengesloten. Het aangrijpende is dat God dit laat gebeuren.
De Kanttekeningen leggen hierbij uit: "Dat is, openlijk, stoutelijk, vermetellijk zondigende, niet alleen zonder schaamte voor de mensen, maar ook zonder vrees voor God. Zie Gen. 10:9." In Gen. 10:9 staat over Nimrod: "Hij was een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN; daarom wordt gezegd: Gelijk Nimrod, een geweldig jager voor het aangezicht des HEEREN." Je proeft er de uitdagende hoon richting God in.


De tekst begint met "Maar de aarde…" Waarmee staat dit in contrast? Met wat er aan het eind van vers 9 staat: "Noach wandelde met God." Je snapt dat de Kanttekeningen dan wijzen op Henoch de nazaat van Enos: "Dat is, hij leidde voor God een heilig leven met een groten ijver en bijzondere gestadigheid, zich afzonderende van de goddeloosheid en boze zeden der wereld." En juist in die uitleg zit het gevaar dat we er een anti-wereldse levenshouding van gaan maken. Een beter leven dat we aan God kunnen aanbieden: wij mogen nog dit, wij doen nog dat en wij doen niet zus of zo, zoals de wereld. Bijna hoor je het refrein erachter: "Ik dank U dat ik niet zo ben zoals zij van de wereld…"

Daarom een paar vragen. Allereerst: Ben je je bewust dat diezelfde manier van denken (zij het met godsdienstige en vrome woorden) ook in de kerk zit? Dat ook kerkmensen met hun levensstijl doen alsof God niet is zoals Hij is: ongeloof, terwijl hen de welmenendheid van God wordt gepredikt; God voor leugenaar houden, als Hij zegt dat Hij niet wil dat zij verloren gaan en dan tegenwerpen dat de mens nu eenmaal alleen zonde is en God haat en zijn naaste niet liefheeft… Dat vraagt God helemaal niet als antwoord. Hij vraagt niet wat de mens allemaal kan (of juist niet kan), maar of je ook voor waar houdt wat Hij kan! Wat vind je van Zijn Zoon? Denk je dat Zijn offer voldoende is om niet alleen de hele wereld, maar ook jou met Hem te verzoenen? Die wereld dat zal nog wel gaan, maar kan Hij ook jou met Zichzelf verzoenen? Wat denk je?
Het tweede is: Hóe kijkt God naar de wereld? Ik bedoel dit: wie behoren er dan bij die wereld? En geldt Zijn belofte niet voor die wereld? Dus staat God daar eigenlijk te huichelen als Hij verzoening aanbiedt? Is God onbewogen over die wereld? Zegt Hij: als je niet wilt dan hoef Ik je niet meer!? Dus hóe duid jij dit kijken van God? Hoe vul jij dat in?
Daarmee samenhangend de vraag: Veegt God dan in één beweging die goddeloze wereld weg en begint Hij opnieuw met Noach, omdat die het wel goed doet? Veel reformatorische mensen zijn eigenlijk heel remonstrants in hun denken. Ze koppelen een lifestyle aan de genade en niet andersom. De mens moet de wet van God toch houden? Ja en nee. Daar in het Oude Testament, vóór Jezus' komst, wel. Alleen het is niemand in het Oude Testament gelukt. Zelfs Henoch, Abraham, Mozes, David, Elia of Johannes de Doper niet! Zeg me eens: waarom waren ze dan tóch vrienden van God en vrienden van de Bruidegom? Dat past dan toch eigenlijk niet in het plaatje van het remonstrantse denken? En daarbij: God maakt niet direct een einde aan deze wereld. Hij geeft hen nog enige tijd (120 jaar?) om zich te bekeren. Het heeft er alle schijn van dat zelfs die oude Methusalem nog tot op de zondvloed nodig had om zich te bekeren? Of is hij op zijn enorm hoge leeftijd in de golven omgekomen in ongeloof en wrevel, samen met Kaïns geslacht? Dus Gods barmhartigheid is er nog geruime tijd!
Tenslotte: Hoor jij bij de wereld of ben jij van een ander ras? Dat is een rare vraag! We hebben in deze coronatijd onze mond veel te vol van Gods oordelen over de goddeloze wereld. Dat voelt wel 'lekker', maar je blijft zelf buiten schot. Ben jij onderdeel van de wereld? En ben je dus – als je een kind van God bent geworden – bewogen met die wereld, waar jij deel van uitmaakt? Wat doet deze crisis met je? Ga je achterover leunen en kijken – met Jona – hoe God deze wereld zal gaan oordelen tot er geen kip meer rondloopt? Waar zul jij dan zijn? Of heb je juist een opdracht; juist in deze tijd, waarin de wereld superontvankelijk lijkt te zijn voor het Woord van God? Probeer geen passende antwoorden aan de wereld te geven, maar laat je alsjeblieft leiden door de Geest. Leef dicht bij de Heere, zoals Noach. En roep om woorden; want er is veel te spreken in deze tijd. De velden zijn wit om te oogsten. De Heere is waarlijk opgestaan; het graf is leeg. Er is leven mogelijk te midden van de dood. Je hoeft niet verloren te gaan, maar durf je ook over die verlorenheid te spreken? Die opstanding van Christus was maar niet een bovennatuurlijk foefje, dat je óf gelooft óf niet. Dat was een bewijs van God dat het ernst is.
Laat zowel Zijn naderend oordeel (bij Zijn wederkomst of als je eerder moet sterven) als Zijn aanbod van genade (op dit moment) klinken! Laat je ze eigenlijk wel klinken? Doe je wel wat? Er is werk aan de winkel! Of ben je alleen gefrustreerd over dat de kerkdiensten niet kunnen doorgaan? Je persoonlijke contacten niet kunnen zijn zoals altijd, met kletsen en roddelen, met lol of leegheid? De omstandigheden vooral ongerieflijk zijn en je niet kunt opgaan in wat je altijd deed? Ben jij het misschien die moet worden wakkergeschud door de crisis die de wereld treft? Vraag je af: "Ben ik het, Heere?"
En als dat niet zo is: Wie is het, Heere, die U op mijn weg plaatst? Wie mag ik vandaag over U vertellen en over de vrede van het in Uw Vaderhand geborgen zijn? De wereld wacht…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten