dinsdag 23 juli 2019

Want alle volken zullen komen en voor U ­aanbidden

Eindelijk is het zover: de hele wereld loopt uit en buigt zich, zoals vóór de zondeval, voor God neer om Hem te aanbidden. Staat dat er?

Bezingen de zangers aan de glazen zee nu een feit? Zien ze voor zich, waarover ze zingen? Dat brengt me tegelijk bij een ander dingetje: doen wij ook wat we zingen? Of bezingen wij in de kerk datgene wat we voor ons zien gebeuren? “Buigt u dan in ’t stof en verheft met lof…” Ik denk dat weinig kerkgangers het acuut doen! Raar eigenlijk!

Letter en geest

Als je daarover nadenkt, houden wij er bijzonder rare ­gewoontes op na in de kerk. We vinden gezangen vaak maar middelmatig; sommigen krijgen er zelfs pukkeltjes van. Maar wat doen we met de woorden van de Psalmen die we zingen? Zingen we wel bewust? En dan bedoel ik niet ‘de harige schedel’ uit Psalm 68 of ‘de kinderen die tegen de rotsen te pletter worden gegooid’ uit Psalm 137.
Maar ik bedoel onze uitingen en gezichtsuitdrukkingen als we zingen: “Juicht, o volken, juicht; handklapt, en betuigt onzen God uw vreugd; weest te zaâm verheugd…” Hoe zing je dat? Als er een jongen of meisje uit de wereld naast je zou zitten en die aandachtig luistert naar wát je zingt, zie die dan iets raars, iets onbewogens, of …
En wat dacht je van een boetpsalm als Psalm 51: “Zie mijn berouw, hoor, hoe een boet’ling pleit, en reinig mij van al mijn vuile zonden.” Je zegt tegen God ‘zie mijn berouw’, maar wat ziet Hij dan? Merkt Hij wel iets dat op berouw lijkt? Of – en dat kan helaas ook – zing je dit, maar denk je in je achterhoofd: berouw moet God geven; een mens dan geen berouw tonen van zichzelf.
We zingen elke zondag tweemaal zes tot twaalf verzen en we vinden dat we dat op een bepaald tempo moeten doen. Maar… is dat eigenlijk wel waarom de psalmen bedoeld zijn? De Psalmen geven woorden aan je gemoed. Maar kloppen die woorden wel met ons gemoed? Zingen we enkel letters of zit er in ons ook een geest achter die de toon van de Psalm bijvalt en vormgeeft? Doorleefd zingen (en spelen) van de woorden die we onszelf opleggen… ik kom het niet zoveel tegen!

Luisteraars

Ik zou willen zien wat Johannes zag; zien en luisteren, hoe die zangers daar in Openbaringen 15 uiting gaven aan de woorden die ze zongen. Vergeet niet dat de engelen ook elke kerkdienst meekijken en meeluisteren. Zij weten echt wel wat zingen is. Zij zijn er elke zondag, trouw, om van ons te leren hoe God Zich laat kennen en bezingen door zondaars. Zij putten daar stof uit voor hún lofzangen. Hoe ik eraan kom dat we elke zondag luisteraars hebben? Paulus schrijft erover in Efeze 3:
Mij, den allerminste van al de heiligen, is deze genade gegeven,
om onder de heidenen door het Evangelie te verkondigen den onnaspeurlijken rijkdom van Christus,
En allen te verlichten, dat zij mogen verstaan, welke de gemeenschap der verborgenheid zij, die van alle eeuwen verborgen is geweest in God, Welke alle dingen geschapen heeft door Jezus Christus;
Opdat nu, door de Gemeente, bekend gemaakt worde aan de ­overheden en de machten in den hemel de veelvuldige wijsheid Gods;
Naar het eeuwig voornemen, dat Hij gemaakt heeft in Christus Jezus, onzen Heere;
In Denwelken wij hebben de vrijmoedigheid, en den toegang met vertrouwen, door het geloof aan Hem.

Engelen proberen, overeenkomstig Petrus’ woorden in zijn eerste zendbrief, in te blikken in de geheimenissen van God. Zij kennen niet uit ervaring wat ons uit genade overkomt! Als ze daarover horen, tijdens de preek of tijdens het zingen, raken ze opgetogen. Zo leren ze van ons, hoe God werkt en hoe groot Zijn wijsheid en genade is. Hun luisterhouding is voor ons een beschamend voorbeeld.

Alle volken

Dat engelen bij ons komen om daardoor God nog intenser te kunnen aanbidden is bijzonder. Maar de zangers zingen over ‘alle volken’ die zullen komen om God te aanbidden. Dat klinkt ons in de oren als een vorm van alverzoening. Alle volken? Gaan ze allemaal God aanbidden, uiteindelijk?
De Kanttekeningen geven aan dat we dat moeten lezen als ‘de uitverkorenen uit alle volken’. Nu ben je wellicht geneigd om net zo te reageren als bij die tekst uit het Johannes­evangelie “Alzo lief had God de wereld…”, waar ook zo’n nuancering bij wordt gegeven. Maar… ze grijpen hier terug op Openbaring 5 : 9-10: “En zij zongen een nieuw lied, zeggende: Gij zijt waardig het boek te nemen en zijn zegelen te openen; want Gij zijt geslacht, en hebt ons Gode gekocht met Uw bloed, uit alle geslacht en taal en volk en natie; en Gij hebt ons onzen God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen heersen op de aarde.” Ook hier is sprake een lied; daarin wordt gezongen over mensen die zijn vrijgekocht uit alle geslachten, talen, volken en naties. Als het gaat om dat vrijkopen, dan moet helaas worden gesteld dat niet iedereen zalig wordt. Maar als het gaat om Gods liefde en welmenendheid, dan mogen we die niet méér beperken dan God Zelf doet; dan zouden we een karikatuur van Hem maken.

Voor God aanbidden

Wat komen ze doen? Komen ze God aanbidden? Dat hadden ze ook op locatie, daar waar de zelf wonen, kunnen doen. Ze komen Hem aanbidden… maar er staat nog een woordje voor: voor U aanbidden”. Met eerbied gesproken is er een groot defilé voor God, zoals dat vroeger ging bij paleis Soestdijk. Uit alle delen van het land kwamen groepen mensen om de koningin en haar familie eer te betuigen.
Die mensen van toen waren al een hele tijd van te voren gespannen over die fractie van een seconde dat ze langs zouden lopen. Maar deze mensen hebben jarenlang, een leven lang soms, uitgezien naar de dag dat geloven in aanschouwen zou overgaan. Nu staan ze dan eindelijk voor Hem. En maar niet voor een paar luttele seconden, maar voor eeuwig.
En zij doen er toe, terwijl alle aanbidders ertoe doen; de engelen niet minder en niet meer. Hoewel… ertoe doen is misschien niet het goede woord. Het draait allemaal om de HEERE. Eindelijk kunnen ze in Hem de eer toebrengen die Hij verdient. In hun leven zochten ze naar woorden om de juiste hoogte en diepte te kunnen bereiken. Nu is dat over.

Aanbidden

Ja, daar moeten we het nog even over hebben. Aanbidden… dat is de activiteit die deze volken uitvoeren. Wat is dat? Wij leggen toch vrij snel een link met bidden, maar dat klopt niet helemaal. Zij vragen niets, maar ‘betuigen’ alleen, met heel hun houding.
Het woord dat hier wordt gebruikt is een voor ons heel vreemd woord. Het is afgeleid van een woord dat hond betekent; waarschijnlijk is de gedachte: zoals een hond aan de hand van zijn baas likt ten teken van onderdanigheid, en zoals een oosterling de hand van een vorst of meerdere kust.
Op aarde, in de tijd, gaat zulk gedrag soms met een dubbel en dubieus motief. Berekenend uit politieke overweging om er uiteindelijk iets mee te bereiken of om er zelf beter van te worden. Maar dán niet meer. Dan zijn de motieven helder en transparant (hoewel ze dat voordien ook waren voor God!). Dan zal ons lichaam trillen van blijdschap en gedrevenheid om God oprecht en volledig te eren.
Dan is het niet meer de houding van een hond tot zijn baas, maar dan is God alles én in allen! Wij kunnen slechts stamelen, op dit moment, hoe dat zal zijn. Maar probeer het toch maar! Zo wordt ons hart verlangend (gaande) gemaakt om dit moment te beleven.
Dat voorkomt ook teveel wroeten in jezelf, in je gevoel en beleving. Het voorkomt om te zeer bezig te zijn met je zonde en al die quasi-godsdienstigheid. Die hele buitenkant zal brandende vergaan, met alle elementen. God blijft over, triomfeert en er blijft maar één houding over: Eerlang gedenkt hieraan het wereldrond; haast wendt het zich tot God met hart en mond; en, waar men ooit de wildste volken vond, zal God ontvangen aanbidding, eer en dankb’re lofgezangen. Want Hij regeert, en zal Zijn almacht tonen; Hij heerst, zover de blindste heid’nen wonen, tot Hem bekeerd!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten