De loyale van de royale - IX
En de Filistijnen hielden dicht op Saul en zijn zonen; en de Filistijnen sloegen Jonathan, en Abinadab, en Malchisua, de zonen van Saul.1 Samuël 31 : 2
Bij de dood van Jonathan wil ik wat uitvoerige stilstaan. Vooral in deze Stille Week voor Pasen. Omdat ik enkele mooie overeenkomsten, zij het gebrekkige, tussen Jezus en Jonathan. Over Jezus lezen we in Johannes 13 : 1b die bijzonder diepe woorden: “…alzo Hij de Zijnen, die in de wereld waren, liefgehad had, zo heeft Hij hen liefgehad tot het einde.” Bij Jonathan zien we eenzelfde houding. Hij bleef David liefhebben, maar bleef evenzeer strijden aan de zijde van zijn vader. Hier in dit hoofdstuk, zien we hem nog eenmaal loyaal aan de royale: hij bleef zijn vader trouw, ondanks wie Saul was.
In deze strijd moet hij zich ook bewust zijn geweest van het feit dat David zich in dat andere kamp bevond. Wat zal dat met hem hebben gedaan? Je hartsvriend in het leger van de vijand?! Echter, hier moeten we de lijn van Jezus loslaten. Jonathan streed niet tegen de vijand om zijn geliefde vriend en diens trouwelingen te bevrijden. Hij offerde zich niet op om mensen vrij te krijgen uit de klauwen van de Filistijnen. Wat hem wel bewoog blijft helaas duister. Dat zal te maken hebben gehad met zijn visie op hoe het koninkrijk uiteindelijk bij David terecht zou komen. Immers, als de Filistijnen zouden winnen dan zou David nooit koning van Israël worden. En als hij dat wel werd, zou hij vooral afhankelijk blijven van de vijanden.
Naar Jonathans overleggingen kunnen we enkel gissen. Wat ons wel opvalt is dat hij zijn leven inzet in deze strijd. Een strijd die zijn vader niet ziet zitten. Niet voor niets week hij uit naar een tovenares om zekerheid te verkrijgen over de afloop. Die afloop moet Jonathan ook geweten hebben, al was hij er waarschijnlijk niet bij toen Samuël uit de dood ‘opstond’.
Jonathan heeft niet veel van de strijd meegemaakt. Hij is, zo lijkt het althans, een van de eersten die sneuvelen. Samen met zijn broers strijdt hij, maar sneuvelt. Alle drie delven het onderspit. En Saul blijft achter terwijl de strijd voortwoedt! Is Saul dan de ‘messias’ van Israël? Of wordt dit zijn moment van inkeer en bekering?
Jonathans lichaam wordt dodelijk geraakt en smakt neer tussen de lichamen van de andere gesneuvelden. Over zijn wapendrager lezen we niets. Maar hoe hij er ook aan toe was, Jonathan vraagt niet aan zijn wapendrager om hem te doden! Dat is een groot verschil. Hij is niet bang voor de dood. Hij heeft voor zijn kinderen een ‘verzekering’ afgesloten bij David en weet ze bovendien veilig in Gods handen.
Hij sluit zijn ogen. Wat zal er door hem zijn heengegaan? Of is hij op slag dood geweest? Wat waren zijn laatste woorden? De Bijbel zwijgt erover. Laat staan dat we weten wat zijn laatste gedachten waren. Zijn strijd is gestreden en de overwinning leek verkeken.
Geen sterven met een gewin voor al de zijnen. Hoe anders is dat met Jezus. Hij was evenmin bang voor de dood. Van Hem weten we dat Hij daadwerkelijk het doel van Zijn strijd voor ogen hield. Hij heeft de Zijnen liefgehad tot het einde. Hoe diep zijn die woorden. Hoe ver blijft Jonathan hier achter! Jezus stierf ook voor Jonathan. Want die kon onmogelijk Gods Koninkrijk binnengaan door zijn eigen trouw en vriendschap aan David! Ook hij moest het hebben van Davids grote Zoon: Jeshua Meshiach, dé Koning der Joden!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten