"Voorzeker zal Ik u grotelijks zegenen en uw zaad zeer
vermenigvuldigen, als de sterren des hemels en als het zand dat aan den
oever der zee is; en uw zaad zal de poort zijner vijanden erfelijk
bezitten. En in uw Zaad zullen gezegend worden alle volken der aarde,
naardien gij Mijn stem gehoorzaam geweest zijt."
Genesis 22 : 17-18
Je grenzen stellen, dat is vandaag de dag belangrijk. Dan weet je allemaal waar je aan toe bent. Duidelijkheid scheppen. De Rijdende Rechter heeft er de handen vol aan en meer dan eens moet het kadaster tot op de millimeter nauwkeurig bepalen waar de erfgrens van iemands perceel loopt. Maar wat nu als je ruimte te kort komt? In het normale leven moet je kopen of onderhandelen. Aan Abraham wordt al perceelvergroting gegarandeerd, nog voor hij 1 korrel zand bezit. Hij zal een goed geolied familiebedrijf runnen met talloze nazaten. Maar… bijna had hij geen kind meer gehad. Opgeofferd aan God, de Almachtige.
Het is juist vanwege die offervaardigheid, dat de HEERE Abraham toespreekt en zegen belooft. Toch betreden we hier een spanningsveld. Dit klinkt namelijk als een verdienmodel! God gehoorzamen levert rendement op. Dat correspondeert niet met het reformatorisch dwangmatige dat het toch vooral onverdiend, verbeurd (verklaard?), moet zijn. Geen verdienste van onze kant… hoe zit dat toch?
Verdiend door gehoorzaamheid?
Dat oer-roomse maar evengoed oer-menselijke en na-paradijselijke verlangen om iets te verdienen! Genegenheid, goodwill, adoratie, aanbidding van mensen, liefst zo hooggeplaatst mogelijk. Want wees eerlijk: het streelt je ego meer, wanneer de koning voor je buigt dan wanneer een bedelaar voor je buigt. Dat zullen de meeste mensen niet zo zeggen, maar dat zit diepweg in elk mensenbrein ingebakken sinds Genesis 3. Noem het de random-software van satan. Het is in ons brein geïmplementeerd en op willekeurige, onbewaakte ogenblikken zet het zichzelf in werking. En voor je de gedachte kunt hebben "nou dan kun je dus niks aan doen": we vinden het nog prettig ook!Iemand vroeg me onlangs wat het 'schatten verzamelen in de hemel' inhield. De vraag was ontstaan tijdens een gesprek op een bijbelkring, waar iemand had gezegd dat er niveau's, trappen van verhoging, in de hemel zijn, zoals er ook trappen van vernedering zijn in de hel. In die laatste plaats zal de wroeging bij een wilde heiden anders zijn dan bij een moedwillig onbekeerde refo die Jezus een te gemakkelijke weg vond. In de hemel is er ook zo iets, maar dan de andere kant op. Er zijn teksten die daar aanleiding voor geven, maar ik denk dat we er niet te zeer over moeten nadenken. En we moeten er al helemaal geen verdienmodel in proberen te ontdekken!
Echter, in onze tekst staat het er dan toch maar, onomwonden: "…Ik zal u grotelijks zegenen… naardien (omdat) gij Mijn stem gehoorzaam geweest zijt"! Daar kon je als oud-testamentisch verbondskind dan ook zeker van zijn: God gehoorzamen betekende Zijn zegen ontvangen. Dat zijn we in de nieuw-testamentische tijd wat kwijt geraakt. Sterker nog: het is in een verdacht licht gesteld door met name ultra-calvinisten. Het wordt structureel weggezet als remonstrants. Christus heeft alles verdiend! Jij en ik verdienen niks dan de dood en verdoemenis. Maar is dat wel Bijbels?
Hoe zit het dan met de Tien Geboden? Met dat gebod bijvoorbeeld van het eren van je ouders (en overheden): "Eert… opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE uw God geeft"? Een soort voort wat, hoort wat, lijkt het wel. Maar wie zo tegen de HEERE en Zijn dienst aankijkt, zit blijkbaar ook met zijn onbekeerde gezicht in de kerk, om een 'pluspunt' af te vinken, in de zin van: zo die kunnen we ook weer afstrepen voor de eeuwigheid. Dat is nou precies de oudste zoon uit de gelijkenis: ik heb altijd gediend… en ik heb nog nooit iets gehad! Dienen om loon. Een arbeider kan zo in elkaar steken, maar een kind zal in een rechte relatie tot zijn vader of moeder niet zo reageren. En in het geestelijke al helemaal niet! Dan is het je lust en je leven – in navolging van de Heere Jezus – om je Vader blij te maken met je daden. Dan heb je het ook niet meer zo druk over 'stukwerk' en dat al je goede werken maar vuil en verwerpelijk zijn voor God. Dat soort dingen zeg je enkel, als iemand beweert iets te kunnen verdienen. Maar als je daar al van overtuigd bent, stimuleer je de ander om goede werken voort te brengen. Omdat je weet dat de HEERE er blij van wordt!
Verdiend voor generaties?
En dan dat andere aspect: dat jij iets 'verdient' (of laten we het 'bewerkstelligt' noemen) en dat dat effect heeft op de generaties na jou. De moderne mens wil zijn eigen boontjes graag doppen en spreekt niet graag in verdiensten voor anderen. Daarom heeft hij ook zo'n moeite met het offer van Jezus Christus. Maar Gods kinderen kunnen het er prima mee doen. Wat een diepe dankbaarheid dat Hij wilde gaan waar zij niet konden komen; dat Hij wilde komen waar zij niet konden weggaan.Nog even terug naar dat gebod 'eert uw vader en uw moeder'. Daar wordt gesproken over de zegen van een lang leven in het land dat God schenkt. Dat gold natuurlijk letterlijk voor het volk van Israël, die het Beloofde Land uit Gods hand kregen. Maar je kunt dat ook prima doorvertalen naar 'het land waar God jou heeft gezet'. Een lang leven… niet om enkel te genieten van veel jaren, maar een lang leven om te besteden in Zijn dienst. En voor dat je het gevaar loopt egoïstisch met dat 'bezit' om te gaan, plaatst de HEERE het in een breder perspectief. Tegen Abraham zegt Hij: "Dit land zal ruim genoeg zijn voor al jouw nazaten, geslachten lang; ze zullen zo talrijk zijn als de zandkorrels van het strand; en mochten ze ruimte te kort komen, dan geef Ik ze macht over het grondgebied van hun vijanden." Abraham werd dus niet alleen persoonlijk gezegend, maar ook zijn nageslacht deelde in deze zegen. Hoe belangrijk was het dus dat dat nageslacht de HEERE ook leerde kennen; de achtergrond van hun zegen te begrijpen en God er om te loven en te danken. Zie je dat zegen niet op zichzelf staat? Zegen is de 'tool' waarmee je aan het werk kunt in Gods wijngaard. Het helpt je om anderen te laten delen in jouw zegen; en zo te doen ervaren dat de HEERE goed is!
Ga je ook zo om met jouw zegeningen? En rust jij ook jouw nageslacht – als je dat hebt – toe om tot zegen te zijn?
Dat eerste stukje van vers 18 heeft natuurlijk nog een duidelijke diepere laag gekregen door de komst van de HEERE Jezus. Daarover gaat het de volgende keer. Voor nu is het belangrijk om zelf tot zegen te zijn en anderen toe te rusten eveneens tot zegen te zijn. Zo wordt Gods Koninkrijk gebouwd, zo wordt de gemeente waartoe je behoort tot zegen en zo worden mensen uit de omgeving getrokken uit het duister van de 'vangodvervreemding'.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten