maandag 17 april 2017

Plaatsvervangende schaamte

"Toen hief Abraham zijn ogen op en zag om; en zie, achter was een ram in de verwarde struiken vast met zijn hoornen; en Abraham ging en nam dien ram en offerde hem ten brandoffer in zijns zoons plaats."
Genesis 22 : 13



We spreken van 'plaatsvervangende schaamte' wanneer iemand anders zich zou moeten schamen, maar het niet doet. Wij generen ons dan voor zijn of haar gedrag en blozen soms zelfs. Wij schamen ons dan, in plaats van die betreffende persoon. Misschien nog wel het meest omdat die ander blijkbaar niet inziet dat híj of zíj zich had moeten schamen voor wat er gebeurde. Wat een merkwaardige reactie heeft de Schepper in ons innerlijk ingebouwd.

Eigenlijk kun je spreken na de zondeval van 'plaatsvervangende schaamte' bij God de Zoon, bij Jezus Christus, of, zoals Hij Zich in ons tekstgedeelte openbaart, de Engel des HEEREN. Wij mensen zondigden tegen God en braken met Hem in het Paradijs. En het lijkt wel alsof wij ons helemaal niet bewust zijn van de ernst van ons misdrijf! God de Zoon toonde zulk een diepe plaatsvervangende schaamte naar Zijn Vader toe, dat Hij ons de ogen opende met Zijn offer. En juist dit offer wordt al een beetje geschetst in deze geschiedenis. Wat kunnen we ervan ontdekken in dit vers?

De doornenkroon

Door de roep van de engel staakte Abraham zijn offeractiviteit. Of het de schrik is, of wellicht het gevoel van ongeloof "hoor ik het nou goed?", hij draait zich in ieder geval om, om te zien wie er achter hem staat. Waarschijnlijk werd, nog voor hij de engel zag, zijn blik getrokken naar iets dat aan het woelen was in het struikgewas. Gesnuif, gekraak en geschuur… een ram! De Kanttekeningen wijzen erop dat Abraham bijna direct begreep wat de bedoeling was. Ik kan me voorstellen dat hij het dier geknuffeld heeft… het was immers zijn ongedachte reddingsmiddel voor Izak!
Wat opvalt is de gedetailleerde beschrijving van de toestand, waarin hij de ram vond. Een ram, met zijn horens verstrikt in het struikgewas. Als je gaat kijken wat die woorden betekenen, dan kun je 'verwarde struiken' vrij vertalen met 'gevlochten takken' en 'hoornen' kun je ook vertalen met 'stralen' of 'stralenkrans' die zich rond het hoofd van een heilige bevinden. Als het ware doemt het beeld van Jezus op, de Heilige met de gevlochten takken met doorns op Zijn hoofd. Zou hierin een heenwijzing naar die bewuste doornenkroon zitten? Opmerkelijk is het in ieder geval dat de details zo aan ons worden vermeld.

De plaatsvervanging

Ook is het wonderlijk, hoe die ram door de struiken werd klemgezet. Het heeft iets 'onvrijwilligs'. Ook deze ram was geen afdoend offer. Wel voor het moment, maar niet volkomen. God had toch net zo goed die ram kalm wachtend naast het altaar kunnen zetten? Die struiken, verwarde struiken, hebben daarom wel wat meer te zeggen, vermoed ik.
Maar… het allermeest springt in het oog dat deze ram voor dit moment plaatsvervangend is voor Izak. Ik lees in deze momenten niets over schaamte bij Abraham. Ook niets van deemoed of ootmoed. Eigenlijk lezen we alleen iets van Gods gedachten over Abrahams offer. Alles in ogenschouw nemend, zou je toch wel net zoveel schaamte verwachten, als Petrus toonde daar aan de Zee van Tiberias: "HEERE, Gij weet alle dingen… Gij weet dat ik U liefheb." Abraham zwijgt echter en handelt.
Ik moet eerlijk zeggen dat ik, kijkend naar deze scene, plaatsvervangende schaamte ervaar. Als ik daar had moeten staan, zou ik het wel zover gehaald hebben, helemaal tot bovenop die berg? En als ik er had gestaan, vanwege welke schadepost tussen God en mijn ziel zou het dan geweest zijn, waarom Hij dit offer van mij zou vragen? En zou Zijn oordeel over mijn offer ook zo onomwonden positief hebben geklonken? Er doemt het beeld van tegengestelde plaatsvervangende schaamte op. Ik kan niet in de schaduw van Abraham staan.
Maar … die ram kan niet in de schaduw van het Lam staan. Het Lam dat nu zit aan 's Vaders rechterhand en tegelijk staat als geslacht. Het Lam regeert en zal Zijn almacht tonen. Daar was deze stoere, sterk gekruld gehoornde ram maar een kreupel paaslammetje bij. Hij voor mij, daar ik anders de eeuwige dood zou moeten ondergaan. Dat ik dat zo vaak zo onbewogen kan reciteren! Ik moet mij toch wel schamen, niet? Heb jij dat ook?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten