"Zo keerde hij weder van achter hem af, en nam een juk runderen, en
slachtte het, en met het gereedschap der runderen zood hij hun vlees…"
1 Koningen 19 : 21a
"Velen ook dergenen, die ijdele kunsten gepleegd hadden,
brachten de boeken bijeen, en verbrandden ze in aller tegenwoordigheid;
en berekenden de waarde derzelve, en bevonden vijftig duizend zilveren
penningen. Alzo wies het Woord des Heeren met macht, en nam de overhand."
Handelingen 19 : 19-20
Verlangen naar een opwekking
Verlang je ook naar een opwekking? Of een doorbreken van de Geest in de gemeente? Want ten diepste is dat eveneens een opwekking die aan een bredere opwekking voorafgaat. Van Paulus lezen we in Handelingen 19 dat hij twee jaar in Efeze preekt en bijzondere krachten doet. Het is daar op dat moment het grensgebied van satans koninkrijk. Vanuit de Joden is er enorm veel verzet tegen Paulus' prediking. Paulus scheidt zich daarom af van de synagoge en trekt zich terug in de vergaderzaal van de rethorica-school van Tyrannus. Daar kwamen de Grieken vaak bij elkaar om de welsprekendheid te leren en te beoefenen. Grieken (maar ook Joden) wandelden daar gemakkelijker binnen dan bij de 'kerk' van de Joden.
Het was evangeliseren wat de klok sloeg, zou je verwachten. Dat valt te bezien. Want we lezen enkel over grote, indrukwekkende tekenen. Daar zijn sommige charismatische groepen erg van gecharmeerd. Echter, ik vrees dat we hier toch moeten zeggen dat – de tekenen ten spijt – het Woord van God nog niet werkelijk tot de mensen doordrong. Er waren geestelijke boosheden in de lucht. Het was een felle strijd tussen de satan en zijn engelen en de engelen des HEEREN. Grootse tekenen kentekenen de botsingen in deze strijd. Maar de vrucht op de prediking blijft eigenlijk nog uit.
Belemmering voor een opwekking
Er waren Joden (de zonen van Sceva) die zo behept waren met die indrukwekkende tekenen, dat zij Paulus gingen imiteren (vers 13-17). De satan lachte er echter om en zou deze jongens hebben verscheurd, als God niet had ingegrepen. De jongens hadden de naam van Jezus genoemd, maar ze kenden Hem niet persoonlijk. Ze noemde Hem 'Jezus over wie Paulus preekt'. Ken je ook zulke mensen die praten over God en Christus, maar tegelijk ook laten horen en merken dat ze Hem niet persoonlijk kennen? Kijk voor zulke mensen uit, want ze weerstaan de satan niet, maar worden door hem – zo God het niet verhoedt – overmeesterd. En als jij daarbij zou staan, zou je eenzelfde oordeel overkomen!
God greep echter in om de naam van Jezus in deze te zuiveren. Hij laat de mensen in Efeze – zowel Joden als Grieken – zien en merken dat er een enorm verschil is tussen deze zonen van Sceva en Paulus. En toen gebeurde het: "en er viel een vreze over hen allen, en de Naam van den Heere Jezus werd groot gemaakt. En velen dergenen, die geloofden, kwamen, belijdende en verkondigende hun daden."
Dit was het moment waarnaar Paulus hevig had verlang. Het werk van de Geest brak door! Mensen staarden zich niet langer blind op die wondertekenen, maar ze zagen opeens het probleem, waardoor een opwekking uitbleef. Er kwam vrees over allen, heilig ontzag voor de HEERE. En – daar blijkt het waarachtige van het geloof – de gelovigen gingen de naam van Jezus groot maken. Vrees en blijdschap horen onlosmakelijk bij elkaar! Geen euforie of extase, maar diepe eerbied en verheuging over Wie de HEERE is!
De gelovigen gaan iets doen: 1. ze kwamen; 2. ze belijden; 3 ze verkondigen. Er komen mensen onder de indruk van de waarheid dat Jezus werkelijk de Messias is. Hem hebben ze nodig. Ze kwamen, staat er; ze doen een stap dichterbij. Dat maakt hun tongen los en ze belijden die waarheid (en daarmee hun oude, occulte onwaarheid). En tenslotte verkondigen ze dat ook openlijk. We worden met deze woorden niet opgeroepen om onze zonden breed en publiek uit te meten, maar deze occult-belaste mensen hadden voorheen openlijk hun nep-waarheid verkondigd. Om die ongedaan te maken moesten ze nu ook openlijk vertellen wat wél waar was: het geloof in Jezus Christus de Gekruisigde!
Ruim baan voor een opwekking
Nogmaals die vraag: Verlang je ook naar een opwekking? Of een doorbreken van de Geest in de
gemeente? Wel, dan mag het niet bij woorden blijven. We lezen in de dagtekst dat de bekeerden ook openlijk tot daden komen. Niet alleen het openlijk vertellen van hun onwaarheid van eertijds, maar ook een openlijk afzweren. Alles wat er tussen de HEERE (zelfs na ontvangen genade) en jouw ziel zit, moet weg. Als dat openlijk is uitgeleefd en anderen wellicht ook tot zonde heeft aangezet, moet het ook openlijk worden beleden en afgezworen. Metterdaad! Ook in het kleinere geheel van de gemeente of zelfs in het gezin! Maar als niemand daar iets van heeft geweten, dan alleen jij en de HEERE, dan hoeft dat ook niet van de daken te worden geschreeuwd. Want het moet niet zo zijn dat wij met ons bekeringsverhaal iets gaan worden. Wel moet resoluut met de zonde worden gebroken. Metterdaad!
Elisa brak met zijn verleden en dat was niet direct een zondig verleden. Toch maakte hij metterdaad duidelijk naar allen die hem voorheen gekend hadden als een toegewijd boerenbedrijfsleider, dat zijn nieuwe leven een geheel andere kant op zou gaan. Hij liet dat zien door zijn gereedschap te verbreken en te verbranden en zijn trekdieren te offeren tot een liefelijke reuk voor de HEERE.
De mensen in Efeze brachten al hun toverboeken en occulte en satanische literatuur (misschien ook wel hun sensuele en erotische lectuur of hun waardeloze filosofische lectuur of hun 'flutrommannetjes'?) bij elkaar en staken het in brand. De waarde wordt nog wel opgeteld, maar… het is slechts de waardebepaling van het offer. Weldra is het niets meer waard… stof en as. Het moet uit de weg geruimd!
Met het wegbranden van deze belastende zaken en zonden wordt de tegenstand in het hart van de gelovigen gebroken en kan de Geest krachtig doorwerken. Wat een vrucht ontstaat er hierdoor: "Alzo wies het Woord des Heeren met macht, en nam de overhand" (vers 20).
Zeg eens, wat zit er nog in jouw hart, in jullie gezin, in jullie gemeente tussen de HEERE en jou/jullie, waar de Heilige Geest wordt tegengehouden en de grote vrucht uitblijft (en daarmee ook de vruchtbaarheid te midden van deze goddeloze wereld)? Wat staat de zeggingskracht nog in de weg, waardoor de gemeente niet groeit en het binnen de gemeente – of binnen je gezin of in je eigen leven – zo dor blijft. We worden in het Heilig Avondmaal (en ook in de voorbereiding daarop) geroepen en vermaand om vruchtbaar te zijn voor de HEERE! Het kan toch niet zo zijn dat je al jaren met hetzelfde aantal Avondmaalsgangers aan tafel zit? Het kan toch niet zo zijn dat je nog nooit aan het Avondmaal hebt deelgenomen? Daar mag je toch niet in berusten? Het kan toch ook niet zo zijn dat er slechts enkelen in jouw gemeente naar het Avondmaal gaan? Dan is er toch wezenlijk iets mis? Of vind jij dat de gewoonste zaak van de wereld (kerk)? Stilstand is achteruitgang… groei is hoop. Vraag jezelf af (en laat ook anderen zich dat afvragen) of dat echt wel remonstrantse uitdrukkingen zijn. Zijn ze misschien niet snoeihard bijbelsgefundeerd? Een week van voorbereiding is er bij uitstek voor geschikt om je dit soort vragen te stellen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten