maandag 23 februari 2015

Volgen is ploegedienst

"En hij verliet de runderen, en liep Elia na, en zeide: Dat ik toch mijn vader en mijn moeder kusse, daarna zal ik u navolgen."
1 Koningen 19 : 20a

Onze voorstelling van deze geschiedenis is nogal eens wat hollands ingekleurd

Daar staat hij, voor Jezus. Hij is al de derde op rij die stellig van plan is Jezus te volgen. "Heere, ik zal U volgen; maar laat mij eerst toe, dat ik afscheid neme van degenen, die in mijn huis zijn." Het lijkt wel of hij daarnet het boek over Elisa's leven teruggezet heeft in de kast, terwijl hij diens antwoord goed in zijn hoofd had gestampt. Bijna letterlijk citeert hij Elisa. Hoe onthutsend is Jezus' antwoord. Laten we de drie volgelingen in Lukas 9 eens naast Elisa leggen en zien waar het verschil zit.

Volgen zonder overnachting

Laten we allereerst vaststellen dat het Jezus is die een oordeel velt; Hij kent het hart van de mens die voor Hem staat en aangeeft dat hij Hem volgen wil. Wij, jij en ik, hadden misschien wel een totaal ander oordeel geveld, omdat wij de werkelijke motieven niet kennen. Lukas 9 (en ook Mattheüs 8) is geen snelcursus feilloos oordelen. We moeten daarom niet in de huid van de Rechter en Oordeler kruipen, maar in die van de belijder en telkens weer vragen: wat zijn mijn motieven.
De eerste 'volger' roept Jezus toe: "Heere, ik zal U volgen, waar Gij ook heengaat." Zijn belijdenis is een beetje die van Petrus: "Al werden ze ook allemaal aan u geërgerd… ik niet!" Volgen en volgen is twee. Je hebt altijd van die overdreven figuren die geen maat weten te houden. Het probleem zit 'em dan ook vooral in dat "waar Gij ook heengaat". Jezus zegt in een ander Bijbelgedeelte niet voor niets dat we eerst de kosten moeten overrekenen. Deze man wisselt bij Jezus eigenlijk een blanco cheque in en zegt: "Waar U ook heengaat, ik ga mee!"
Ogenschijnlijk is dit geen onbijbelse en onchristelijke belijdenis. Immers, als de Heere Jezus de Zijnen later zal wegzenden, voegt Hij hen toe: "Ik ben met u…" Maak je niet druk wat je zult spreken als je voor keizers en stadhouders zult worden gesleept, want in die dag zal Ik Mijn woorden in jouw mond leggen.
Maar hier wil iemand volgen, die Jezus nog helemaal niet kent. Daarnet nog had Jezus de broertjes Johannes en Jacobus terecht gewezen die vuur van de hemel wilden bidden. Hij reist met het 'aangezicht naar Jeruzalem'. Om er het Pascha te vieren, ja, maar ook om er te gaan lijden. Als er dan iemand lukraak roept: "Heere, ik zal U volgen, waar Gij ook heengaat", dan begrijpt hij niet dat Jezus hier Zijn lijden tegemoet zal gaan. Hij gaat de pers alleen treden. Daar kan niemand Hem volgen. Maar na deze, ja na deze mag deze belijder terugkomen (en wie weet heeft hij het ook wel gedaan!) en dan zal hij Jezus kunnen volgen: zowel waar Hij hem brengt als waarheen Hij is gegaan (het Vaderhuis).
Jezus geeft hem als antwoord: "De vossen hebben holen, en de vogelen des hemels nesten; maar de Zoon des mensen heeft niet, waar Hij het hoofd nederlegge." Jongen, weet wat je zegt. Was het weer een rijke jongeling? De Kanttekenaren vermoeden het wellicht: "Dat is, gij hebt van Mij geen gemak of rijkdom van deze wereld te verwachten, want Ik heb die Zelf niet." We lezen niets over een reactie van deze belijder, maar wellicht ging ook hij bedroefd heen… Het is daarom goed de kosten te overrekenen, voordat we Jezus vol overgave willen volgen. Want er hangt, laten we eerlijk zijn, een prijskaartje aan. Maar dat prijskaartje weegt niet op tegen de vreugde die ons is voorgesteld, zoals ook Jezus het kruis, het lijden dezer wereld, kon 'verachten' (op de tweede plaats zetten) vanwege de heerlijkheid die Hem was voorgesteld (Hebr. 12:2).

Volgen zonder emotie

Er schuift een ander tafereel voor onze ogen. Nu komt er niet iemand bij Jezus, maar Jezus komt iemand tegen. Hij gebiedt hem: "Volg Mij." Zo iets had Hij ook al tegen Levi gezegd en in zekere zin ook tegen Zacheüs, maar deze man gehoorzaamt niet direct, maar maakt een acceptabel bezwaar: "Heere, laat mij toe, dat ik heenga, en eerst mijn vader begrave." Het antwoord dat Jezus geeft komt ons westerlingen boud over: "Laat de doden hun doden begraven; doch gij, ga heen en verkondig het Koninkrijk Gods."
Zelfs de dood mag de voortgang van het Koninkrijk der Hemelen niet in de weg staan. Dat betekent nog niet dat je de begrafenis van een geliefde dan maar moet laten voorbijgaan; je er niet om bekommeren. Nee, Jezus doelt op de geestelijk doden. En dat zullen de omstanders toch niet helemaal begrepen hebben. Het is maar de vraag of die man die werd gesommeerd om Jezus te volgen, precies in de rouw was over zijn vader. Dat uitstel tot zijn vaders begrafenis was vooral een uitstel vanwege carrière, bezit, genot en potverteren.
Toch staat er wel een heftig voorbeeld in de Bijbel over het onvoorwaardelijk volgen van de HEERE. Ik denk aan Aäron, die twee zoons verliest op één dag, door vuur van de hemel: Nadab en Abihu. Ze hadden eigenhandig vuur ontstoken in de tabernakeldienst, vuur dat God niet geboden had. Een vuur, zoals het vuur op de Karmel, sloeg hen dood. Maar Mozes moest zijn broer verbieden te huilen en rouw te bedrijven, want de Geest was op Aäron en zijn andere twee zonen. Dat is wat! Dat is volgen met uitschakeling van je emoties op dat moment. Wie zou dat kunnen? In die zin mogen we wel hoogachtig hebben voor Aäron.
Maar dit uitzonderlijke vraagt de HEERE niet van ons. We mogen ons verdriet een plek geven, maar bedenk bij vreugde en verdriet dat het je niet passief maakt. Staat het verkondigen van het Koninkrijk der Hemelen wel steeds voorop?

Volgen zonder begroeting

En dan is daar tenslotte die derde belijder: "Heere, ik zal U volgen; maar laat mij eerst toe, dat ik afscheid neme van degenen, die in mijn huis zijn." Jezus volgen houdt ook in: lossere banden op aarde. De vraag die deze man stelt zal hem zeker in gevaar brengen en in twijfel over zijn keuze. Zeg niet eerst "ik zal U volgen" en ga dán afscheid nemen, maar neem eerst afscheid en besluit dan om te volgen. Halve maatregelen kunnen hele grote schade berokkenen.
Hij is een belijder die in Mattheüs 8 niet wordt genoemd. Vreemd. Zijn woorden lijken erg op die van Elisa. Deze man wilde zijn huisgenoten – wellicht zijn ouders – nog even groeten. Maar Jezus zegt in Mattheüs 10: "Die vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig; en die zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mijns niet waardig. En die zijn kruis niet op zich neemt, en Mij navolgt, is Mijns niet waardig." 'Waardig' of 'passend bij'. Het probleem zit 'em niet in de begroeting, maar in de prioriteit. Stel jij Jezus onvoorwaardelijk op nummer 1? 
Die houdt evenwel niet in dat je geen achting meer hoeft te hebben voor je ouders of contact met je broers en zussen. Je mag ze op een goede manier groten, bijstaan en helpen. Maar… het kan niet zo zijn dat ze een belemmering worden in je bruikbaarheid voor het Koninkrijk van God. Zeker niet, als ze geestelijk totaal anders zijn, wellicht oppervlakkig en onverschillig. De stille omgang met de HEERE is wezenlijk noodzakelijk; al het andere kan wachten. 
Daar lag dan ook voor Elisa niet het pijnpunt. Hij vroeg of hij afscheid mocht nemen en dat mag hij.

Volgen is ploegedienst

De Heere Jezus gebruikt in Lukas 9 een prachtig voorbeeld dat helemaal mooi aansluit op de tekst van vandaag over Elisa: "Niemand, die zijn hand aan den ploeg slaat, en ziet naar hetgeen achter is, is bekwaam tot het Koninkrijk Gods." Elisa, jij weet dat als geen ander. Ploegen moet je geconcentreerd doen. En… je moet naar voren kijken om rechte voren te trekken! Wie telkens maar achterom kijkt, ziet niet wat de koeien of paarden doen, die voor de ploeg staan. Die houdt de einder niet in de gaten en zwalkt van links naar rechts en weer terug.
Trouwens nog wel een mooie extra dimense: Gods kinderen kijken in dat opzicht niet alleen vooruit, maar ook omhoog en verwachten Christus' wederkomst met een groot verlangen. Zo kijkend, trekken ze op aarde rechte voren. Onverschrokken volgen ze Jezus, waar Hij ook heengaat. Als geliefden hen ontvallen dan raakt het hen zeker, maar als het goed is is het afscheid maar voor een tijd. Ze houden de einder goed in de gaten. Dat houdt hun innerlijk in balans en hun geloofsleven in evenwicht. De HEERE is erbij. Wat zou een nietig mens mij doen?
Het volgen van Jezus is, om bij dat beeld te blijven, als het werken met een ploeg. Een echte ploegedienst! Reken maar dat Elia daar geen moment aan heeft getwijfeld, toen hij Elisa zijn mantel omwierp. Het was immers de HEERE Die deze nieuwe knecht voor hem uitkoos?!


Houdt je stuur recht, houd de einder in de gaten, trek rechte voren en houd het oog op Jezus gericht. Zou ik meer en beter adviezen kunnen geven voor vandaag? Ga er biddend mee aan de slag. En ga heen en verkondig het Koninkrijk Gods. Want de velden zijn wit om te oogsten… Hoe donker het ook lijkt te worden!


Gezang 222 vers 1, 2, 3 en 4
Jezus, ga ons voor
op het levensspoor;
doe ons als getrouwe leden
volgen U op al uw schreden;
voer ons aan uw hand
tot in 't Vaderland.

Zou 't ons bang vergaan,
leer ons vast te staan;
doe ons in de bangste dagen
nimmer over moeiten klagen;
want door smarten heen
vinden w' U alleen.

Moet onz' eigen baan
door veel diepten gaan,
zijn w' om and'rer leed bewogen,
och, stel Gij ons dan voor ogen
't einde, dat ons beidt,
waar G' ons henen leidt!

Richt ons leven lang,
Jezus, onze gang;
voert Gij ons op ruwe wegen,
geef ook daar uw hulp en zegen;
en aan 't eind der baan,
laat ons binnen gaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten