zaterdag 5 januari 2019

Jodenhaters wacht eeuwige uitroeiing!

Om het geweld, begaan aan uw broeder Jakob, zal schaamte u bedekken;
en gij zult uitgeroeid worden in eeuwigheid.
Obadja : 10



Schaamte is de complete afgang van alles waarmee je dacht interessant en aanzienlijk te zijn. Schaamte is voor veel mensen een 'no-go area'. Zorg dat je ver van het risico tot schaamte vandaan blijft. Schaamte is ook iets dat je niet meer in de hand hebt. Alle ogen zijn op je gericht. Een mengeling van negatieve en meewarige emoties zijn je deel. Maar nog aldoor besta je. Het definitieve oordeel gaat vele stappen verder: complete, volkomen en eindeloze uitroeiing.

Schaamte als bedekking

Als je Ezau en Jacob, na Pniël zo samen hoort praten – en er is nogal wat voedingsbodem voor vete als je het gedrag van Jacob jegens Ezau leest – heb je niet direct het idee dat Ezau bang is uitgevallen. Ook niet dat hij zich rancuneus richting Jacob opstelt. Hij doet wat meewarig over zijn kreupele broertje: "Joh, houd die kadootjes maar voor jezelf; ik heb zo veel!" Het "maar ik het Alles" van Jacob verwaait haast een beetje in de wind.
De broers zijn uit elkaar gegaan na verloop van tijd. Ieder trekt zijn eigen pad; ook Jacob! Ze laten elkaar met rust, want ja… we zijn broeder, nietwaar? Ja ja… Maar nergens hoor ik een spijtbetuiging van Jacob aan het adres van Ezau.
Ezau lijkt daar ook niet op uit. Maar toch krijg je langzamerhand het idee dat Ezau tegen zijn zoons – en die weer tegen hun zoons en kleinzoons – wel iets verteld zal hebben over dat achterbakse tweelingbroertje van hem. Al vermoed ik dat het verhaal wel eenzijdig zal zijn geweest. Het is nogal makkelijk om je broertje achterbaks te noemen, en achterwege te laten dat juist jij zelf niet eerlijk met de te verkrijgen eerstgeboortezegen bent omgegaan. Het is wat dat betreft een eeneïgige tweeling… van dezelfde lap gescheurd.
Dommekracht lijkt op korte termijn meer effect te hebben dan geniepige strategie. Ezau was altijd al zelfstandig. En zelfstandige mensen zijn de angst voorbij om zich ergens voor te schamen. Ze nemen initiatieven en durven risico's te nemen. Daarmee leren ze ook teleurstellingen en blamages in te calculeren. En zo worden ze sterke persoonlijkheden, die echt niet met een rood hoofd in een hoekje zitten, wanneer hen iets niet lukt. Reeds bij aankomende mislukkingen zijn ze al bezig met alternatieven en oplossingsgerichte aanpak.
Hoe groot is de devaluatie, wanneer zulke types tóch overmand zullen worden door schaamte? Daar halen ze toch snuivend en gniffelend hun schouders over op? Wie doet hen wat? Ze redden zich zelf wel. Ze hebben niemand nodig. Of, zoals ik onlangs iemand hoorde zeggen: mijn vader heeft me opgevoed met de raad: zorg dat je niemand dankjewel hoeft te zeggen. Alles zelf oplossen. Altijd proberen in een positie te zitten waarin je onafhankelijk van anderen bent. Misschien nog niet eens een positie van: zorg dat anderen afhankelijk van jou zijn. Hoewel dat natuurlijk wel een kick moet geven.
Zulk soort mensen laat God meer dan eens danig ver hun gang gaan. Behalve als ze Zijn oogappel en dus Hem Zelf aanraken. Dan kan het misschien een paar jaar duren, maar dan grijpt Hij in op een bizarre en ontluisterende manier. Dan wordt je als het ware overdekt, overgoten of – zoals het grondwoord ook kan betekenen – overkleed door schaamte.
Was dat het niet dat Adam en Eva trof in het paradijs? God maakte daarom kleren van dierenvellen, om hun schaamte te bedekken. En tegelijk liet hij een klein stukje van dat schaamtevrije bestaan binnen de band van het huwelijk. Maar verder zijn wij schaamtevolle mensen geworden; hoewel… verloedert de samenleving niet tot een niveau van ver beneden het schaamdeloze? Alsof schaamte niet meer bestaat?
Hoe groot is de devaluatie, wanneer zulke types tóch overmand zullen worden door schaamte? Daar haalden ze toch altijd snuivend en gniffelend hun schouders over op? Wie doet hen wat?Alles moet toch kunnen? Zie je dat ik dezelfde woorden gebruikte als bij Ezau, hiervoor? Zie je hoe ernstig onze samenleving getekend wordt in het gedrag van Ezau?

Uitroeiing als bestemming

Maar ja… jodenhaat? Zo ver gaat onze vrije samenleving en onze democratische respectvolle tijd toch niet? Nou, dat is maar zeer de vraag. Vrijheid, gelijkheid en broederschap heeft ook zo zijn grenzen. Geen uitzonderingsposities voor christenen. Je mag zeggen wat je wilt, maar je moet anderen ook laten zeggen wat ze willen. Mooi als jij christelijk wilt leven, maar dring mij jouw idealen niet op. Pers mij niet in het keurslijf van dingen die mij benauwen! Ik wil vrij zijn. Ik heb veel! Laat mij er blij mee zijn. Laat me met rust. En wie zich aan die vrije, democratische regel niet houdt, moet worden uitgeroeid. Dat is het motto van een samenleving die is doorgeslagen in vrijheid. De dictatuur van de democratie heeft God dood verklaard!
Je kunt heel veel grote woorden zeggen over die vrijheid en dat je met rust wil worden gelaten, ja dat je gerespecteerd wilt worden in de vrijheid van meningsuiting, maar er zijn grenzen. Vrijheid in Gods woordenboek is van een heel ander idioom dan dat van de hedendaagse samenleving.
En wie eenzelfde gelijkheid in het Midden-Oosten wil, duldt geen uitzonderingspositie voor Israël. Hoe zo moet het Joodse volk nu uitgerekend Gods volk zijn? Wat dat betreft is onze intelligentie weinig verheffender dan die van de volken uit de Oudheid. Was dat niet de irritatie van de Farao van Egypte? Was dat niet de irritatie van de vorsten aan het hof van Babel? Was dat niet de irritatie van Moab, Ammon, de Filistijnen en … Ja dat zijn allemaal heidense volken. Maar het was zelfs de irritatie van Edom!
Ezau – lees: Ezau's nageslacht – keek nog steeds scheel naar het beeld dat het zichzelf had gemaakt van dat achterbakse 'broertje'. Maar het vond het blijkbaar ook nodig om het een toontje lager te laten zingen. Het was niet bij 'negeren' gebleven. Het was zelfs niet bij 'wegjagen van je erf' gebleven of bij 'de grenzen dicht voor die assielzoekers uit Egypte' (Numeri 20). Daar komt ik zo nog op terug! De HEERE spreekt in onze tekst over 'geweld tegen uw broeder'. Dus het is er toch van gekomen: het gewelddadige handhaving van eigen gelijk! Dat moet fout aflopen. De schaamtelozen zal schaamte overdekken… En als schaamte het enige is dat jouw kan bedekken voor God, dan bid je als vanzelf: bergen valt op ons en heuvels bedekt ons!

Mozes had het al profetisch bezongen (Exodus 15): "14 De volken hebben het gehoord, zij zullen sidderen; weedom heeft de ingezetenen van Palestina bevangen. 15 Dan zullen de vorsten van Edom verbaasd wezen; beving zal de machtigen der Moabieten bevangen; al de ingezetenen van Kanaän zullen versmelten! 16 Verschrikking en vrees zal op hen vallen; door de grootheid van Uw arm zullen zij verstommen, als een steen, totdat Uw volk, HEERE! henen doorkome; totdat dit volk henen doorkome, dat Gij verworven hebt. 17 Die zult Gij inbrengen, en planten hen op den berg Uwer erfenis, ter plaatse, welke Gij, o HEERE! gemaakt hebt tot Uw woning, het heiligdom, hetwelk Uw handen gesticht hebben, o HEERE! 18 De HEERE zal in eeuwigheid en geduriglijk regeren!"

Tot slot: dat lied van Mozes was al vóór de geschiedenis met de onwillige koning van Edom! Dus op voorhand bezong Mozes al dat Edom zou bang worden van Gods grote daden. Toen ze bij de grens van Edom aankwamen was de verbazing groot dat Edom zich handhaafde en Jacob bruut wegjoeg! Niks geen 'verbaasdheid' of 'bangheid'. Lees maar:

14 Daarna zond Mozes boden uit Kades tot den koning van Edom, welke zeiden: Alzo zegt uw broeder Israël: Gij weet al de moeite, die ons ontmoet is;
15 Dat onze vaders naar Egypte afgetogen zijn, en wij in Egypte vele dagen gewoond hebben; en dat de Egyptenaars aan ons en onze vaderen kwaad gedaan hebben.
16 Toen riepen wij tot den HEERE, en Hij hoorde onze stem, en Hij zond een Engel, en Hij leidde ons uit Egypte; en ziet, wij zijn te Kades, en stad aan het uiterste uwer landpale.
17 Laat ons toch door uw land trekken; wij zullen niet trekken door den akker, noch door de wijngaarden, noch zullen het water der putten drinken; wij zullen den koninklijken weg gaan, wij zullen niet afwijken ter rechter hand noch ter linkerhand, totdat wij door uw landpalen zullen getrokken zijn.
18 Doch Edom zeide tot hem: Gij zult door mij niet trekken, opdat ik niet misschien met het zwaard uitga u tegemoet!
19 Toen zeiden de kinderen Israëls tot hem: Wij zullen door den gebaanden weg optrekken, en indien wij van uw water drinken, ik en mijn vee, zo zal ik deszelfs prijs daarvoor geven; ik zal alleenlijk, zonder iets anders, te voet doortrekken.
20 Doch hij zeide: Gij zult niet doortrekken! En Edom is hem tegemoet uitgetrokken, met een zwaar volk, en met een sterke hand.
21 Alzo weigerde Edom Israël toe te laten door zijn landpale te trekken; daarom week Israël van hem af.
Ook alle idealogische broers van Edom, uit later eeuwen, die zich even haatdragend jegens Jacob hebben opgesteld, zal het zo vergaan. Wie Gods volk aanraakt, raakt Zijn oogappel aan. En daar is alle reden toe om dat te geloven. Daarmee wordt ons niet gevraagd alles goed te keuren dat Jacob in eigen kracht denkt te doen. Maar laten we niet de fout van Edom maken en werelds en menselijk naar Jacob kijken. En laten we helemaal nooit denken dat we Israël kunnen denigreren en devalueren tot schaamte en verachting. Je verzet je niet tegen een volk, maar tegen de God van dat volk, Die grote plannen heeft liggen die nog zullen worden uitgevoerd. En reken erop dat die tot hun doel komen. Daar is God duidelijk over. Laat je zegenen in Israëls schaduw. Belijd je plek als ingeplante tak. En geniet van de God van Jacob die ook jouw God wil zijn tot in eeuwigheid. Want, zo zong Mozes: "De HEERE zal in eeuwigheid en geduriglijk regeren!"

Geen opmerkingen:

Een reactie posten