"En Jozef deed de zonen van Israël zweren, zeggende: God zal u
gewisselijk bezoeken, zo zult gij mijn beenderen van hier opvoeren!"
Genesis 50 : 25
Genesis 50 : 25
Piramide van Djozer, waarbij sommigen het graf van Jozef vermoeden; let op het is slechts 'vermoeden' |
Je kinderen wat laten beloven op je sterfbed… het heeft iets dieps en moois en tegelijk kan het ook iets beklemmends hebben. Ik herinner mij een verhaal – tijdens een familieonderzoek – van een stervende moeder die haar enigste dochter liet beloven dat ze niet zou trouwen zoland haar vader nog leefde. Wat een bizarre belofte werd dit meisje afgedwongen! En… ze heeft die belofte gehouden, want kort na het overlijden van haar vader trouwde ze. Dieper gaat het nog toen ik hoorde dat haar man al veel langer van haar hield maar vanwege die belofte haar niet ten huwelijk heeft gevraagd. Tegen een buurman vertelde hij later: "Ik heb ze wel al die tijd in mijn hart gedragen". Het is het verhaal van de oudste broer van Zwart Jannetje uit Veenendaal, Hendrik Hootsen, die trouwde met de buurvrouw van mijn opa, Leentje de Heer in Brandwijk.
Hoeveel familiegeheimen zijn bij een sterfbed bezegeld in zwijgen? Daarentegen ook: hoeveel familiegeheimen en -tragedies zijn openbaar gekomen op een sterfbed. Tv-programma's als Spoorloos zijn er meer dan eens mee gevuld. Maar laten we toch terugkeren bij een positieve belofte op een sterfbed: die van Jozef's familie aan de stervende Jozef, om zijn doodskist bij de exodus mee te nemen naar Kanaän.
Zweren voor een begraafplaats
Laten we nog even teruggaan naar het sterfbed van vader Jacob. Hij liet specifiek Jozef zweren dat hij zou worden begraven in het familiegraf in Kanaän. Lees maar hoe dat ging in Genesis 47:29-31: "Als nu de dagen van Israël naderden, dat hij sterven zou, zo riep hij zijn zoon Jozef, en zeide tot hem: Indien ik nu genade gevonden heb in uw ogen, zo leg toch uw hand onder mijn heup, en doe weldadigheid en trouw aan mij, en begraaf mij toch niet in Egypte; maar dat ik bij mijn vaderen ligge; hierom zult gij mij uit Egypte voeren, en mij in hun graf begraven. En hij zeide: Ik zal doen naar uw woord! En hij zeide: Zweer mij! en hij zwoer hem. En Israël boog zich ten hoofde van het bed."Er moest duidelijk gezworen worden; Jacob nam met een mondelinge toezegging geen genoegen. De HEERE werd erbij gehaald en voor Diens aangezicht werd deze belofte gedaan, onder aanroeping van de Verbondsnaam. Bij die plechtigheid wees Jacob hoogstwaarschijnlijk Jozef aan als zijn 'executeur testamentair'.
Executeur testamentair
Blijkbaar had Jacob het meest vertrouwen in zijn lieveling Jozef, hoewel hij niet het kind van de belofte was, die de lijn naar de Messias zou voortzetten. Beging hij misschien ook dezelfde fout als zijn vader Izaäk? En Jozef? Wie nam hij in vertrouwen om zijn testament te gaan uitvoeren, wanneer hij overleden was? Het lijkt erop dat hij al zijn halfbroers en zijn broer Benjamin laat zweren, al denk ik dat velen van hen al zijn overleden. Dus dan zijn het de stamhouders van die elf families. Maar het is ook een belofte die op de schouders van volgende generaties wordt gelegd. Immers, Jozef wist niet precies wanneer de exodus zou zijn. Als hij Gods beloften even duidelijk had doorgekregen via overgrootvader Abraham, opa Izaäk en vader Jacob, dan dat wij ze hebben gekregen in de Bijbel, dan wist hij dat het echt nog wel een paar eeuwen zou duren voordat de exodus zou komen. Jozef wilde daarom dat al de dán levende nazaten precies wisten wat ze moesten doen. En als er tumult zou uitbreken bij deze exodus, dan nog moesten ze niet vergeten de sarcofaag met zijn gebalsemde lichaam mee te nemen naar het Beloofde Land. Om daarvan zeker te zijn, instrueerde hij al zijn broeder-families en liet hen een eed zweren, zodat ze die zware belofte ook zouden doorgeven aan hun nazaten. Tradities doorgeven, daar waren de aartsvaders – en de Joden tot op de huidige dag – meesters in; dat zijn wij wel een beetje kwijt geraakt!Enkel traditie?
Hoe zit dat nu precies met die belofte die Jozef zijn broers laat doen? De meeste farao's werden begraven in het Dal der Koningen of op nog enkele andere plekken. De piramiden zijn er tot op de huidige dag getuige van. Gek genoeg werden zij wel met pracht en praal begraven, maar werd al die pracht en praal weggestopt in een kale, stenen prisma. Werd er voor Jozef ook zo'n piramide gebouwd? Of wellicht een statig bij-graf bij de piramide van de heersende farao? Goed mogelijk. Er schijnt een graf gevonden te zijn dat verder in tact was, maar waaruit de sarcofaag was verdwenen. Ergens in die ruimte werd een stuk van een stenen beeldje gevonden dat van een grootvizier van buitenlandse komaf moet zijn geweest. Hoe dát precies zat is misschien wel interessant, maar niet voor deze Bijbelstudie.Waar het mij om gaat is met welk doel Jozef zó begraven wilde worden en wat de betekenis was van die eed over het meenemen van zijn gebeente naar Kanaän. Immers, het is zo dat Jozef van zijn vader een eigen begraafplaats had gekregen bij Sichem; waarom liet hij zich dáár niet begraven, net zoals zijn vader Jacob wel liet doen bij Machpéla? Waarom laat hij specifiek vastleggen dat hij wel in Egypte opgebaard wil worden, maar enkel in afwachting van de beloofde exodus? In de Kanttekeningen staat het volgende:
"Dit beveelt hij, niet uit superstitie, maar uit een vast geloof, waardoor hij voor zeker hield, dat zijn geslacht het land Kanaän bezitten zou, en dat hetzelve hun allen was tot een voorbeeld en onderpand van het hemelse Kanaän; begerende uit zulke oorzaak, dat zijn beenderen daar eindelijk zouden heengevoerd worden."Verwezen wordt naar Hebreeën 11 : 22, waar we lezen: "Door het geloof heeft Jozef, stervende, gemeld van den uitgang der kinderen Israëls, en heeft bevel gegeven van zijn gebeente." De Kanttekeningen leggen uit bij 'heeft Jozef gemeld', dat dat niet een terloopse opmerking was, maar dat hij heeft "betuigd dat God Zijn belofte zou volbrengen, van de verlossing der kinderen Israëls uit Egypte." Jozefs begrafenis in Egypte was een belijdenis van zijn geloof over de toekomst. Daar was hij vast van overtuigd en die overtuiging hield hij niet voor zichzelf; lees nogmaals de Kanttekeningen over dat bevel over zijn gebeente: "Dat is, van het medenemen van zijn gebeente naar het land Kanaän, niet uit enige bijgelovigheid of om zijn gebeente daar te laten aanbidden, hetwelk nooit geschied is, maar om de gemeenschap die hij met zijne broederen aan de belofte van God had, en zijn hoop van de vervulling daarvan, ook na zijn dood, hierdoor te betuigen, en hunne nakomelingen daarin te versterken." Drie dingen dus. Hij wilde dat het gebalsemde lichaam mee ging naar Kanaän uit het verlangen om in gemeenschap met zijn broederen te zijn (en dat is een bijzonder wonder, als we bedenken dat die broers hem tot een heel ander besluit hadden kunnen doen komen door hun gedrag). Ten tweede dus die geloofsbelijdenis over de toekomst en ten derde als een versterking voor de verre nazaten van zowel Jozef als zijn broers; zij hadden wel een mondelinge toezegging, maar wanneer ze bij Jozefs graf stonden en de sarcofaag wellicht betastten met hun handen, dan was die stenen kist een onderpand van de belofte die nog op vervulling wachtte.
Met enige theologische vrijheid zou je het haast een sacrament kunnen noemen: een versterking van het zwakke en aangevochten geloof. Houd moet, want de HEERE is een Waarmaker van Zijn beloften. Jozef bleef nog in Egypte, en was een teken dat het hele volk eens in Kanaän zou komen. Onze Heere Jezus Christus is reeds in de Hemel, als een onderpand dat al de Zijnen veilig zullen aankomen in de Stad met paarl'en poorten. Het is een geweldig rijke gedachte, die Jozef hier zijn broers laten beloven. Maar eveneens werd ik zeer getroffen door die hunker om de onderlinge gemeenschap met zijn broers te zoeken; zelfs na zijn dood. Hier worden de contouren zichtbaar van de meerdere Jozef die niets liever deed dan zondaars, ja vijanden, met God Zijn Vader wilder verzoenen. Al kostte het zelfs Zijn heilige en reine leven! Waar kun je dat beter en dieper beseffen dan bij het kruis van Golgotha… waar kun je dat beter en dieper aanbidden en aanbidden dan aan Zijn tafel? Hij is het Onderpand bij uitstek! En dat Beloofde Land? Dat zal er zéker van komen! Daar staat hij 24/7 voor in. Jozef deed niets meer na zijn sterven. Zijn lichaam was een passief getuigenis. Maar Christus is fulltime actief met het bereiden van plaats in het Vaderhuis.
- Wat vind je van de vergevingsgezindheid van Jozef? Heeft dat ons iets te zeggen?
- Stel je eens voor dat jij een achterkleinkind van Jozef of Benjamin was; zou het jou dan troosten zo'n belofte op je schouders te hebben liggen, zoals de broers van Jozef hebben gedaan? Kun je je enigszins voorstellen hoe dat was? Of zijn wij dat helemaal verleerd: leven met een belofte?
- Naast het Heilig Avondmaal is ook de Heilige Doop een sacrament vol van beloften. Hoe ga jij daarmee om?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten