maandag 15 januari 2018

Saul vergaloppeert zich

De zwager van de nieuwe koning - II

Derhalve sprak Saul tot zijn zoon Jónathan en tot al zijn knechten om David te doden. Doch Jónathan, Sauls zoon, had groot welgevallen aan David.
1 Samuël 19 : 1


Saul is zó gefocused op David en zoekt zo koortsachtig naar een mogelijkheid om hem uit de weg te ruimen – zonder zijn vingers te branden – dat hij in onze tekst zich vergaloppeert. Voor wie niet precies weet wat dat woord betekent: “zich voorbijlopen, zich overijlen; een misslag begaan uit onbezonnenheid of door te grote drift”. Omdat het niet op een gemakkelijke manier lukt om David uit de weg te ruimen, zie je hem een steeds gevaarlijker pad bewadelen. Hij neemt steeds grotere risico’s die als uitgangspunt hebben dat hijzelf buiten schot blijft, omdat hij bang is voor God, Die met David is.

Daarbij schakelt hij anderen in die het vuile werk gaan doen. Eerst de heidense Filistijnen, maar nu zijn knechten en zelfs zijn zoon Jonathan! Mocht Gods toorn losbranden, dan zal die in ieder geval niet Saul treffen, zo denkt hij. Maar hij is een slecht strateeg, want hij neemt juist Davids beste vriend in vertrouwen en mengt hem in zijn geheime plan. Blijkbaar heeft Saul deze vriendschap niet opgemerkt of is hij zich die even niet meer bewust (hoewel sommige verklaarders dat zeggen, lijkt me dat toch niet waarschijnlijk!). Blijkbaar heeft Jonathan die vriendschap dus ook stilgehouden. Voorvoelde hij al iets? Jonathan wist daarentegen wel dat Michal van David hield en leidde hij dus een dubbelleven?
Hij reageert niet, als zijn vader dit moordplan bedenkt! Hij gaat er niet vóór staan, en zegt niet: “Vader, dat kunt u niet maken. David is uw schoonzoon! U behoort hem dus juist te beschermen! En wat heeft hij niet allemaal voor goeds voor ons en ons volk gedaan?”

Waarom spelen sommige mensen het spel mee? Zijn ze altijd verkeerd? Zijn ze altijd bang voor hun hachje? Of spelen ze undercover zodat ze zo lang mogelijk ‘meedeinen’ om zoveel mogelijk onheil in één klap te kunnen voorkomen? Is hun motivatie: zo lang ­mogelijk meedoen, zodat zoveel mogelijk duidelijk wordt wat de werkelijke motieven zijn? Of is er tot een bepaalde grens toch ook angst voor represailles in het spel aanwezig? En komt men pas in actie, bekent men pas kleur, als die bepaalde grens bereikt is? Moeilijk in te schatten en eigenlijk weet niemand precies wat iemands motieven zijn.

De tekst van vandaag begint met een zeer merkwaardig ­woordje: derhalve. Het betekent: ‘om die reden’; synoniemen zijn ‘daarom’ ‘vandaar’ en ‘daarvoor’. Toen ik ging zoeken hoe andere vertalingen dat woordje duiden/vertalen, stuitte ik op iets vreemds. De SV lijkt bijna de enige vertaling te zijn die dit woordje hier zet. Het staat er ook niet in de grondtekst. De meeste vertalingen vallen direct met de deur in huis: “Saul zei tegen Jonathan en al zijn knechten…”. Er zijn een paar vertalingen die daar het woordje ‘En’ voor zetten. Dat is een verbindingswoord met iets dat eraan vooraf gaat! Wel een ­woordje waar je gemakkelijk overheen leest. De Biestkensbijbel uit 1560 zet er dit neer: “Maer Saul sprack met zijnen soon Jonathan en met alle zijne knechten…” En de Deux-Aesbijbel uit 1562 vertaalt het als volgt: “Saul dan sprack met synen sone Jonathan ende met alle syne knechten…” Ook de Lutherse vertaling uit 1648 zet er ‘Maer…’ neer. Wat raar dat alle voorgaande en latere vertalingen daar niets hebben neergezet? Blijkbaar wilden deze vertalingen duidelijk maken dat er wel degelijk een sterk verband zit tussen het voorgaande en deze tekst. Saul is een pad in geslagen en volhardt tot in het kwadraat!
Met wat wordt er een link gelegd? Met de laatste verzen van het vorige hoofdstuk en let er dan op hoe schrijnend juist dát verband is: “En Saul zag en merkte dat de HEERE met David was; en Michal, de dochter van Saul, had hem lief. Toen vreesde Saul nog meer voor David; en Saul was David tot vijand al zijn dagen. Als de vorsten der Filistijnen uittogen, zo geschiedde het als zij uittogen, dat David kloeker was dan al de knechten van Saul, zodat zijn naam zeer geacht was.”
Saul ziet niet dat David zo geweldig is, maar Wie daar achter zit! De HEERE was mét David. En Hij was van Saul geweken! Daarbij ziet hij ook dat zijn liefste dochter liefde heeft voor David, terwijl hij alleen maar haat koestert. Vervolgens probeert hij David overal in te zetten waar het maar gevaarlijk is, maar David overwint met vlag en wimpel. Niet alleen zijn vuile plan is mislukt, maar David wordt er inmens populair door. Een valkuil voor David, dat wel. Maar de hel voor Saul! Want zijn innerlijk knoopt zich op de meest zwartgallige manier samen en ziet slechts één oplossing voor zijn eigen misère: David moet dood. Linksom of rechtsom, maar hij moet dood. Dood! Dood! Dood!! Dooooooooood.
Je ziet dat Saul aan niets anders meer kan denken. En het is dan toch weer de vraag of hij echt nooit iets van de vriendschap tussen Jonathan en David heeft gemerkt… of dat hij zo verblind door haat is dat de voeling met de werkelijkheid verliest.
Wat zal er door Jonathan zijn heengegaan? Is het niet geweldig dat hij niets laat merken? Dat hij het spel meespeelt en onderwijl op de achtergrond direct zijn plan klaar heeft gemaakt: David moet worden gewaarschuwd! Je kunt zeggen dat de Heilige Geest hem in dit moment bijstaat en gebruikt. Maar als er niet sprake was van echte liefde, had er later toch de haat uitgekomen, zoals je die ook bij Bileam ziet. Hij ging gedwee de weg die God hem beval, maar toen hij even de kans kreeg, liet hij het volk zondigen met alle gevolgen van dien! Nee, zo is Jonathan niet, de zwager van de nieuwe koning.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten