zaterdag 14 oktober 2017

Geloof heeft dagelijks onderhoud nodig

“En nu heb Ik het u gezegd eer het geschied is,
opdat, wanneer het geschied zal zijn, gij geloven moogt.”
Johannes 14 : 29

Let eens op hoe goed Jezus je ‘gereedschapskoffer' heeft gevuld, voor het geval dat…


Onderwijs is er enerzijds op gericht dat je dingen gaat begrijpen. Maar anderzijds is het meer dan eens gericht op de toekomst, waarin je kennis in de praktijk gaat brengen. Je krijgt dus vooraf informatie, kennis, die je van pas gaat komen, als je in de praktijk tegen situaties aanloopt waarin je naar oplossingen op zoek moet gaan.

Het is als een gereedschapskist: er zit gereedschap in ‘voor het geval dat…’; niet alle gereedschap heb je nodig. Soms kies je welbewust je gereedschap uit, als je je klus van te voren goed inschat. Maar… voor onvoorziene gevallen neem je extra spullen mee. Dat kan je goed van pas komen! Precies dát doet Jezus in onze tekst. “Ik vertel je nu alvast dingen, die straks zullen gaan gebeuren (Hij geeft ze doelgericht onderwijs!). Normaliter zul je dan in verwarring, angst en paniek geraken. Maar met deze informatie (knoop het goed in je oren), kun je die situatie aan!”

Jezus’ voorzienigheid

Er zal van alles gaan gebeuren met Jezus én met Zijn discipelen. Zij zullen van elkaar gescheiden gaan worden. Jezus zal dan niet meer direct met hen communiceren. Eigenlijk hebben ze na een driejarige stage het moment van de Meesterproef bereikt. Nu zal moeten blijken of ze in staat zullen zijn zelfstandig te leven en te geloven. Jezus voorziet dat dat niet zal gaan. “Zonder Mij kunt gij niets doen,” had Hij gezegd. En zo is het ook. Maar Hij maakt van Zijn jongeren geen marionetten of robots. Zij zullen tóch, ondanks hun onvermogen, zelfstandig verder moeten. Hij zal niet meer als een Herder bij hen zijn. Zij zullen zelf onderherders gaan worden. Maar hoe moet dat?
Jezus voorziet dat zij dat niet zullen kunnen en toch roept Hij ze tot die grote hoogte. En nog voor dat de vragen, de vertwijfeling en angst zouden kunnen toeslaan, rust Hij hen toe: “Ik vertel je nu alvast dingen, die straks zullen gaan gebeuren…” Waaruit bestaat dat gereedschap dat Hij in hun gereedschapskoffer stopt?

Het vermoede paniekmoment

Het zal bruikbaar gereedschap blijken te zijn, wanneer al deze voorspelde dingen zullen gaan gebeuren. Eerlijk gezegd, met eerbied en kort door de bocht gereageerd, als ik de evangeliën lees, bekruipt mij het gevoel dat Jezus de situatie toch te rooskleurig heeft ingeschat. Want er zijn niet weinig paniekmoment geweest, na deze Paasmaaltijd; echter de discipelen hebben hun gereedschapskoffers potdicht laten zitten. Prima gereedschap aan boord, maar gebruiken: ho maar!
Wat dacht je van het moment van de gevangenneming in Gethsémané? Natuurlijk is zo'n toestand met fakkels, speren en zwaarden in een spookachtige hof of griezelig donker bos natuurlijk wel iets om een snellere hartslag van te krijgen. En die meute van soldaten en overpriesters was nu niet bepaald liefelijk om te zien. Maar in plaats van de gereedschapskoffer open te maken, vluchten ze allemaal een andere kant op, bang voor hun hachje.
En dan is daar de dag van het oordeel, de kruisiging en de begrafenis. Als ze er al bij waren, dan stonden de discipelen van verre en in het beste geval sloegen ze zich van radeloosheid op de borst. Daar hing nu hun Meester! Gereedschap aanwezig, maar ongebruikt retour.
En in de dagen daarna hebben ze hooguit hun gereedschap gebruikt om de deuren van de opperzaal nóg hermetischer te sluiten. Maar was er nu niemand, die opstond en zei: “Broeders, dit is het wat Jezus zei, toen Hij nog bij ons was! Laten we onze gereedschapskoffers eens openmaken en zien wat erin zit!”

Liefde en geloof

En dan zijn daar die rare woorden: “opdat, wanneer het geschied zal zijn, gij geloven moogt”. Geloofden ze nog niet? Was het nog allemaal niets met hen? Moesten ze nog uitverkoren worden? Nog op een toeleidende weg geplaatst worden. Nog allerlei stadia van ‘al Gods kinderen’ doorwandelen voordat het allemaal eens mocht gaan aanvangen?
Je zou haast over dat woordje aan het begin van dit vers heen lezen: “En…” Er zit dus een directe verbinding tussen dit vers en het voorgaande. Lees het zo: “Gij hebt gehoord dat Ik tot u gezegd heb: Ik ga heen en kom weder tot u… En nu heb Ik het u gezegd eer het geschied is, opdat, wanneer het geschied zal zijn, gij geloven moogt.” Jezus toonde hen de lange lijn, de grote rode draad van de geschiedenis die Hij zou gaan schrijven. Wereldgeschiedenis, die hun bevattingsvermogen te boven zou gaan. Juist dát wist Hij als geen ander.
Hier praten we niet over kleingeloof, maar dit was onbevattelijk voor hen. Wij hebben enorm veel meer van Christus mogen zien. Wij hebben Zijn grote rode draad in tal van preken en boeken mogen uitgeschilderd krijgen (en wat heeft het bij je gedaan?). Maar zij niet. Voor hen was het volslagen ongedacht en niet passend in hun denkvermogen.

In het vorige vers ging het over 'als zij Hem zouden hebben liefgehad…', nu gaat het over 'zullen gaan geloven'. Dat liefhebben had alles te maken met Hem dieper kennen, Hem meer en meer bewonderen en adoreren. Het geloven in onze dagtekst, is niet het zaligmakend geloof ontvangen, maar is meer het standvastig groeien in het geloof. De Kanttekeningen spreken over 'versterkt worden in het geloof'. Het is niet negatief bedoeld, maar juist positief. Op de groei gericht. Een koffer met gereedschap om te kunnen groeien.
Eigenlijk heeft God elk menselijk lichaam even zo geschapen: het is op de groei samengesteld. Een baby wordt tandeloos geboren, maar zijn of haar melkgebit én blijvende gebit zitten al verborgen in hun 'gereedschapskoffer van de mond'. Zo is het ook met het leven van het geloof. Het is niet opeens volwassen, uitgegroeid. De ervaringen met Jezus rijpen je.
En telkens weer kom je erachter dat Hij al iets in je had neergelegd voor later, als het zo ver zou zijn. Als je in je leven daar of daar zou vastlopen. “Ik zeg nu alvast dingen tegen je, die straks van pas zullen gaan komen. Nu leg je ze nog terzijde, omdat je niet weet wat je ermee moet. Maar straks! Moet je eens opletten. Normaliter zal een mens zonder Mij dan in verwarring, angst en paniek geraken. Maar met deze kennis van Mij (knoop het goed in je oren), kun je die situatie aan! Je leert ervan, zult er verder mee komen, standvastiger groeien en… je zult er anderen mee versterken! Een klein onderherdertje mogen wezen, onderweg naar het Huis van Mijn Vader!” Het is geen doe-het-zelf-koffer, trouwens! Dit vers staat in de context van de komende Heilige Geest. “Die zal het uit het Mijne nemen (denk aan de gereedschapskoffer!), en zal het u verkondigen (toepassen)” (Johannes 16).

1 opmerking: