donderdag 15 augustus 2019

Mijn Middelaar en mijn God

Een Profeet, uit het midden van u, uit uw broederen, als mij, zal u de HEERE, uw God, verwekken;
naar Hem zult gij horen; naar alles, wat gij van den HEERE, uw God, aan Horeb, ten dage der verzameling,
geëist hebt, zeggende: Ik zal niet voortvaren te horen de stem des HEEREN, mijns Gods, en ditzelve grote vuur
zal ik niet meer zien, dat ik niet sterve. Toen zeide de HEERE tot mij: Het is goed, wat zij gesproken hebben.
Een Profeet zal Ik hun verwekken uit het midden hunner broederen, als u; en Ik zal Mijn woorden in Zijn mond geven, en Hij zal tot hen spreken alles, wat Ik Hem gebieden zal. (Deuteronomium 18 : 15-18)


In navolging van de voorgaande overdenking gaan we dezelfde geschiedenis in een ander daglicht bekijken vanuit Deuteronomium 18. Want hier komen we dezelfde woorden tegen – de vraag van het volk om niet meer naar het donderende stemgeluid van ‘mijn God’ te hoeven luisteren, maar dat Mozes als tussenpersoon of middelaar mag optreden – maar dan ingebed in een andere context!

De tweede Mozes

In het eerste gedeelte van dit hoofdstuk ging het over het erfdeel van de Levieten (die dus geen eigen land kregen, maar een aparte positie innamen) en over waarzeggerij en occultisme. “Oprecht zult gij zijn met den HEERE uw God.” Een stelregel die altijd geldt.
Geen onheilsprofeten of valse profeten, maar je bent gehouden aan een eerlijke boodschap! En juist daar haakt God op in, als Hij Mozes gaat vertellen over dé Grote Profeet Die gaat komen. Hij beschrijft Hem, zonder Hem een naam te geven. Hoewel wij er duidelijk de Messias in zien, wordt in dit gedeelte de link met de Messias nog niet gelegd!
Wanneer je de Kanttekeningen erbij haalt zie je dat ze maar liefst vijf overeenkomsten zien tussen Mozes en Christus:
1. Zoals Mozes een waarachtig mens was, uit het zaad van Abraham, zo is Christus ook.
2. Zoals  Mozes het volk van God heeft verlost uit de lichamelijke slavernij van Egypte, zo heeft Christus Zijn volk verlost uit de geestelijke slavernij.
3. Zoals  Mozes tussen God en het volk stond bij het verbond van de wet, Gal. 3:19, zo is Christus de unieke Middelaar tussen God en Zijn volk bij het verbond van de genade.
4. Zoals Mozes getrouw was in het gehele huis (al het diendende werk) van de HEERE, Hebr. 3:2, zo is Christus volmaakt in het zorgen voor Zijn gemeente.
5. Mozes was een groot profeet en leraar van het volk; Christus is het Hoofd van alle profeten; door Zijn Geest hebben Mozes en de anderen gesproken,
1 Petr. 1:11. Maar dat hier de andere profeten niet bedoeld worden, blijkt uit Deut. 34:10, waar wordt gezegd dat er in Israël nooit een profeet is opgestaan zoals Mozes.
Met name het punt van het Middelaarschap is de treffendste overeenkomst en in die zin kun je zeggen dat Jezus Christus de tweede Mozes is. Het is in dat verband ook opmerkelijk dat bij de verheerlijking op de Berg naast Elia juist ook Mozes terugkeert om met Jezus te spreken over “Zijn uitgang, die Hij zoude volbrengen te Jeruzalem” Lukas 9 : 31)

De nieuwe Profeet

Hoewel er al meer mensen in de Tenach de revue zijn gepasseerd met profetische gaven, is de periode van de profeten nog niet echt aangebroken. En juist nú gaat de HEERE beginnen over de grote Profeet.
Die nieuwe Profeet gaat hetzelfde doen als Mozes: optreden als Middelaar tussen God en het volk. Wij staan achter de gebeurtenissen, maar voor Mozes en het volk moet dat nog wat vaag zijn geweest. Wie was die Profeet? En wat was Zijn taak? Zou Hij de opvolger van Mozes worden, Die hen in het Beloofde Land zou brengen? Nou, in zekere zin wel, maar zij wisten nog niet wat wij wel weten!
Deze nieuwe Profeet wordt in combinatie met iets merkwaardigs genoemd: die geschiedenis dat God op de berg Horeb Zijn wet kwam afkondigen en Zijn verbond kwam sluiten; en het volk kon het niet aan om naar Gods stem te luisteren. “Want daar hebben jullie op de berg Horeb om gevraagd op de dag dat jullie daar bij jullie Heer God moesten komen. Toen zeiden jullie: ‘We willen niet langer de stem van de Heere God horen en dit grote vuur niet langer zien. Want we zijn bang dat we erdoor worden gedood.’ Toen zei de Heere tegen mij: ‘Het is goed wat ze hebben gezegd. Ik zal hun een profeet geven, iemand uit hun eigen volk, een Israëliet zoals jij…”
In die context brengt God dus die nieuwe Profeet ter sprake! Communiceren met de HEERE levert te veel angst op bij de mensen. Er is iemand nodig die dat namens hen kan doen en die Gods wil duidelijk kan uitleggen en begrijpelijk kan maken.
Je ziet er – naast Christus Die het volkomen en intens volmaakt heeft gedaan – een profielschets van alle predikanten en evangelisten! Dit is de positie van de mensen met profetische gaven. Zij kunnen alleen zó functioneel zijn in deze roeping en taak. Zij die voorganger zijn in een deel van Gods wereldwijde gemeente, dienen een overeenkomst te vertonen met Mozes en vooral met Christus!

De meerdere Mozes

Maar… dat de vergelijking met Mozes mank gaat mag ook duidelijk zijn. Nog een keer halen we de Kanttekeningen erbij: “Mozes lijkt op Christus, behalve natuurlijk Jezus’ eeuwige Godheid, Zijn onbevlekte mensheid en het zaligmakend ambt (Zijn verlossing van de zonde) van onze Heere Jezus Christus.”
Een tolk is iemand anders dan een mediator die twee partijen bij elkaar brengt. En een mediator is weer iemand anders dan een schuldsaneerder. Mensen die door God worden geroepen, zullen maar één van die taken vervullen. Maar Christus doet het allemaal in één. Mozes was zondaar en kon nooit de grote schuld van hemzelf voor God vereffenen. Laat staan die van het hele volk van Israël. Om maar te zwijgen van de schuld van de gehele wereld!
“Maar in den tweeden tabernakel ging alleen de hogepriester, eenmaal des jaars, niet zonder bloed, hetwelk hij offerde voor zichzelven en voor des volks misdaden.” (Hebr. 9 : 7)
Sterker nog, Mozes krijgt allerlei instructies over het offeren voor de zonden. Maar geen enkel offer kon die schuld daadwerkelijk wegnemen. Dat is best een lastig punt… hoe ging dat dan met de gelovigen uit het Oude Testament? Nou, daar is Paulus tamelijk ondubbelzinnig over in Hebreeën 10 : 10-18): Het offer van Jezus was eenmalig en volkomen. Want “een iegelijk priester stond wel alle dagen dienende, en dezelfde slachtofferen dikmaals offerende, die de zonden nimmermeer kunnen wegnemen, maar Deze, een slachtoffer voor de zonden geofferd hebbende, is in eeuwigheid gezeten aan de rechter hand Gods; voorts verwachtende, totdat Zijn vijanden gesteld worden tot een voetbank Zijner voeten. Want met een offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden. En de Heilige Geest getuigt het ons ook; want nadat Hij te voren gezegd had: Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden; en hun zonden en hun ongerechtigheden zal Ik geenszins meer gedenken. Waar nu vergeving derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde.”
Je merkt, Christus is niet alleen een grote Profeet, maar ook een bijzonder grote (Hoge)Priester! “Dewijl wij hebben een groten Priester over het huis Gods; zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein water.” (Hebr. 10 : 21-22) Hier zie je ook weer dat “waarachtig hart” en dat gereinigd geweten terugkomen, waarmee we begonnen.

Dezelfde God

Waar nu die meerdere Mozes is gekomen, zou je ook zomaar het idee kunnen krijgen dat God Zich heeft aangepast. Alsof God nu tevreden is gesteld en jij en ik zomaar met God kunnen omgaan en doen en laten wat we willen. Want onze zonden zijn toch vergeven?
Dat we vrijmoedig tot God mogen gaan door de Weg die Christus, de meerdere Profeet en Priester heeft gebaand, daarover is Gods Woord duidelijk. Maar dat dit betekent dat je op een platvloerse manier met God kunt omgaan, omdat de schuld toch wel vergeven is, is totale onzin. God is en blijft een heilig God. Zijn wet is door Christus vervuld, maar niet afgedaan. Dus als je zondigt, veroordeelt die wet je weer… Immers, het gebod toont de zonde aan; daar heeft God zwart op wit staan wat goed is en wat fout!
Christus’ offer is voor alle wedergeboren gelovigen alles omvattend. Maar daarin zit geen enkele ruimte om te zondigen. Sterker nog, dat wil je dan niet meer. En “als je somtijds uit zwakheid tóch in zonde valt”? Dan moet je die zonde belijden en er niet in blijven liggen en zeker aan Gods beloften “niet vertwijfelen”!

Vragen

Wat vind je van de vergelijking tussen Mozes en Jezus? Zoek eens op, op welke plaatsen dit in het Nieuwe Testament terugkomt. Christus is de hoogste Profeet, maar ook de volmaakte Priester. Wat troost jou erin? En wat kun je daarmee in het evangelisatiewerk?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten