zondag 31 mei 2015

Hoe kom ik God onder ogen?

"Een lied Hammaaloth. Uit de diepten roep ik tot U, o HEERE!"
Psalm 130 : 1


In de aanloop naar het komend Avondmaal wil ik deze week stilstaan bij Psam 130. Een lied met hoogteverschillen, letterlijk en geestelijk. Het begint met een opklimmen naar God. Aan het begin van de voorbereidingsweek wordt al direct duidelijk dat het op een ontmoeting met de Heere gaat uitlopen. Kan ik voor Hem verschijnen, aan Zijn tafel? En het is ook een pelgrimslied waaruit het verlangen naar de Heere spreekt. Luister maar.

Excelsior

Het eerste vers van deze psalm zit al vol contrast. Dat zie je misschien niet direct, maar het zit in de woorden Hammaäloth en diepte. Wat betekent dat vreemde woord? Het betekent 'lied der opstijging' of 'lied der trappen'. Dat kan slaan op de Levieten die op de trappen van de tempel stonden, maar waarschijnlijker is het dat de pelgrims het zongen bij het beklimmen van de bergen van Jeruzalem. De opgang naar de stad en de tempel.
Je ziet als het ware de pelgrims achter elkaar omhoog klimmen, steeds hoger, excelsior. Dat was geen gemakkelijke klus. Zoals je al fietsend een stijle dijk moet beklimmen en haast stilstaat terwijl je op je trappers staat; nog even en je valt om. De pelgrims verlangen naar de eindbestemming, de tempel. Enerzijds om van de vermoeiende reis af te zijn, anderzijds vanwege de offerdienst. En dat laatste is ook gelijk het doel van hun hele reis.

Diepte

Het lied zet in in de diepte. Waarom? Wat wordt er bedoeld? Het letterlijke dal, van waaruit ze opklimmen? Of het psychische dal van negatieve emoties? Of het dal van aanvechting en zondenlast? Wat zijn de diepten van waaruit jij tot de Heere roept? Zijn er ook bergtoppen van waaraf je tot de Heere roept?
De diepten in dit tekstgedeelte zijn vooral verdrukking en tegenslag. Hele begrijpelijke diepten om tot God te roepen. Maar laten de zonden die telkens weer de kop opsteken ook reden zijn om tot de Heere te roepen. En wat kunnen er juist ook in een week van voorbereiding veel diepten opdoemen als je richting de Avondmaalstafel kijkt. Terecht diepten, maar die moeten worden geëffend. Het moet geestelijk gezien een vlak veld worden tussen de Heere en je hart.

Richting

Nog voordat de klim wordt ingezet overbruggen de woorden van deze uitroep de kloof. Heel gericht: "tot U roep ik, o Heere!" Wat is het heerlijk als er een open verbinding is, direct al aan het begin van de voorbereidingsweek. Maar als dat er niet direct is, jaag ernaar. Roep tot de hemelse Vader in de naam van Zijn Zoon, Die naast Hem zit. En… Die Hij altijd hoort. Want er is veel gelegen aan een open verbinding vanuit de diepte, richting de genadetroon van de Heere!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten