Het lied zet in met Gods grootse en bewonderenswaardige daden: “Groot en wonderlijk zijn Uw werken, Heere…” Alleen al dit begin ademt Jezus’ aanbidding van Zijn Vader uit. Hij leerde ons bidden ‘Onze Vader Die in de hemelen zijt…” en Hij zingt het ons nu in dit lied voor hóe wij werkelijk een praiselied kunnen zingen.
Over de tekst van een lied of gezang is in de kerk honderd keer meer discussie dan over de tekst van een Psalm. Vaak op de klank af… maar proeven we ook het hart achter de woorden? Er zijn psalmteksten die toch je tenen, zo niet je maag, moeten doen kromtrekken; maar ze lijken onbewogen te worden geslikt alsof het de zoetste lofprijzing betreft.
Kritisch luisteren naar de tekst van een lied kan geen kwaad. De vraag is alleen of we onze ervaring en beleving kunnen delen met iemand die er ‘niks’ mee heeft. Die klinisch naar woorden kijkt en ze op een goudschaaltje van het eigen oordeel legt. Als je zo in elkaar zit, daag ik je uit om dit Lied van het Lam woord voor woord te proeven. Het goudschaaltje zit opgeborgen in de naam ‘Lam’. Hij is de weegschaal waarmee je de woorden mag wegen. Benieuwd of je zulke woorden van het Lam had verwacht, en of Zijn liedtekst je aanstaat!
Groot
We beginnen eenvoudig en wellicht zelfs voorspelbaar. Als Jezus gaat bidden, begint Hij zijn Vader vóór alles groot te maken. Als Hij gaat zingen, doet Hij niet anders!Direct begrijp ik dat Hij in de diepste nacht van Zijn leven juist de lofzang op Zijn Vader zo vol overgave heeft gezongen. Dat had de passie van Zijn hart! Hij was wel mens, maar mens zoals God hem bedacht had bij de schepping.
Hij was de laatste Die daartoe nog in staat was; wij waren het vermogen van God loven en prijzen al totaal verleerd. Ja, het is waar dat de Heilige Geest ons dat weer leert. En juist dát is het wat Hij met dít lied ons voorzingt.
Groot. Hoe weet je, als zondig mens, dát Gods daden groot zijn en hóe groot zijn ze dan wel? Hebben wij enigszins het vermogen om die grootheid te bevatten of uit te drukken? Dat lied ‘How great Thou art’ doet een ruime poging, maar waar moet het beginnen? Toch probeert het lied dat:
O Heer mijn God, wanneer ik in verwondering
de wereld zie, die U hebt voortgebracht
Het sterrenlicht, het rollen van de donder
heel dit heelal, dat vol is van uw kracht
Als ik bedenk, hoe Jezus zonder klagen
tot in de dood gegaan is als een lam
Sta ik verbaasd, dat Hij mijn schuld wou dragen
en aan het kruis mijn zonde op zich nam
Als Christus komt met majesteit en luister
brengt Hij mij thuis, hoe heerlijk zal dat zijn
Dan zal ik vol aanbidding voor Hem buigen
en zingt mijn ziel: o Heer, hoe groot zijt Gij
Het lied begint gewoon bij de schepping om de dichter heen: als ik naar de wereld kijk, die U gemaakt hebt… En wat te bedenken van het universum met al die miljarden sterren? Dat geeft al een eerste indruk van wat ‘eeuwig’ is, immers, waar houdt het heelal op? Nergens! Hoe klein wordt ik dan… en hoe groot wordt U dan!
Maar in het tweede couplet wordt terecht ingezoomd op Jezus, het Lam van God, dat de zonde der wereld met Zich meenam op het kruis. Daarin zien we nog veel dieper de grootheid van God… Zó diep wilde Hij gaan. Wij denken bij ‘groot’ vaak aan breedte en lengte, maar diepte hoort daar net zo goed bij.
En dan het derde couplet… een christen kan nooit beschouwelijk over God en het geloof praten. Was wij God bezingen en Zijn daden zo groot vinden, dan kan dat nooit op een afstand blijven. Daar moet je jezelf bij insluiten… het raakt je wezen en je hart. Als Christus op de Dag der dagen zal terugkomen, dan komt Hij niet ten behoeve van die of die of om in de wereld, ginds, recht te doen. Maar dan komt Hij voor mij persoonlijk. Natuurlijk ook voor al die anderen en vanwege al die andere omstandigheden, maar in de eerste plaatst raakt Zijn komt míjn persoonlijk leven.
Dan zingt mijn ziel tot U, o Heer mijn God
Hoe groot zijt Gij, hoe groot zijt Gij
Mega
Het woord dat voor groot wordt gebruikt is mega. Onze taal is best beperkt. Bij groot stellen wij ons toch vaak maar één synoniem voor. Misschien helpt het om een aantal synoniemen op te noemen, om ons geestelijk taalgebruik op het associatieve vlak te verrijken:• groot in ruimtelijke afmetingen:
– qua massa en gewicht
– qua omvang
– qua voorkomen of waardigheid
• groot in getalsmatige duiding:
– qua hoeveelheid: talrijk, veel en overvloedig
– qua leeftijd: erudiet en eerbiedwaardig
• groot in kostbaarheid:
– qua kosten: een hoge prijs
– qua inspanning van krachten en geduld
– qua emotie, indruk en impact
• groot in rangorde:
– qua bekwaamheid
– qua belangrijkheid
– qua heiligheid
• groot in emotionele waarde:
– qua innerlijke vreugde
– qua intense opluchting
– qua persoonlijke waarde
• groot in onbevattelijkheid:
– qua waarde
– qua oneindigheid
– qua indrukwekkendheid
– qua verhevenheid: majesteit
– qua doeltreffendheid: reddingscapaciteit
– qua doorgronding van onze motieven
– qua ontrafeling van onze zieleroerselen
Wonderlijk
In dit aanbiddingslied wordt over Gods grote daden gesproken als over ‘wonderlijke daden’. Het woord majesteit krijgt er zijn diepte door. In een tijd waarin majesteitsschennis normaler is dan diepe eerbied, is het goed dat we weer leren wat onze plaats is voor God en wat Gods plaats is ten opzichte van ons.Als wij het over een wonderlijk persoon hebben, dan vinden we die persoon merkwaardig en vreemd. Eigenlijk houden we wat afstand tot zo’n persoon; niet uit respect maar meer uit hooghartigheid, omdat we ten diepste vinden dat die persoonlijk niet echt in onze gemeenschap past.
Naast dat dat een heel foute houding is, is dát hier niet de betekenis van het woord wonderlijk. Het woord in de grondtekst heeft te maken met het bewonderen van en het bewonderd worden. Iemand bewonderen is een activiteit van ons zondige mensen, die in onze genen zit. Of we dat nu willen toegeven of niet. Sinds Genesis 3 is onze bewondering verknipt tot een spel van rangen en standen in het sociale leven. Als we iemand bewonderen, dan zijn we stiekem jaloers op wat die persoon heeft bereikt of wat hij kan. En als ze zelf bewonderd willen worden met onze capaciteiten, dan bruisen we (hoe verkapt ook) van hoogmoed en arrogantie.
Daarom is het woord ‘bewonderenswaardig’ zo’n mooi woord. Wat – of liever Wie – is onze bewondering echt waard? De betekenis van dit woord is eensdeels het bewonderen van personen of daden. De vrome bewondering richt zich op God en Christus. Daarom wordt Hij aangeduid als voortreffelijk. De italianen noemen dat bellissimo (bevallig, mooi of goed) en in de overtreffende trap belissima (bevalligst, mooist of best).
Tot slot heeft het woord wonderlijk ook de lading van de verwondering die met schrik gepaard gaat. Is dát niet het wonderlijke dat gebeurt was de Heilige Geest ons laat zien wei we voor God zijn en Wie God in Zichzelf is? Dat is niet iets eenmaligs. Ook geen gepasseerd station voor elke christen die tot geloof is gekomen. Toch wil ik niet eindigen met die schrik, hoewel het woordenboek daar wel mee eindigt. God maakt indruk op ons. Het is echter de vraag wát die indruk precies inhoudt en wat dat uitwerkt. Michael W. Smith scheef ooit een indrukwekkend lied over Wie de HEERE is: an Awesome God!
Onze God is een ontzagwekkende God,
Die ons grenzeloze genade schonk aan het kruis.
Hij regeert ons met wijsheid, kracht en liefde
en rechtvaardigheid omringt Zijn troon.
Een kernachtig en eigentijds lied. Maar misschien vind je dat te eigentijds… Zoek dan maar eens in de Psalmen, die zingen er niet anders over: Geloofd zij God met diepst ontzag! Ik geef je er een rijtje verzen bij, die je stuk voor stuk eens rustig zou moeten zingen:
- 2 : 4 Opdat Uw naam alom ontzaglijk zij
- 35 : 13 Dan meldt mijn tong, met diep ontzag… Uw lof…
- 52 : 1 Zijn almacht wekt ontzag
- 65 : 1 De lofzang klimt uit Sions zalen tot U met stil ontzag
- 65 : 5 Aanschouwen … de teek’nen … met vrees en diep ontzag
- 68 : 1 Hij zal voor Zijn ontzagg’lijk oog … sidderende vluchten
- 68 : 10 Geloofd zij God met diepst ontzag…
- 72 : 8 Bidt elk met diep ontzag…
- 78 : 2 Verborgenheên, met diep ontzag te melden…
- 78 : 33 Toen stond God op … als een held, ontzagg’lijk …
- 102 : 12 Als de koningen zich buigen en Hem hun ontzag betuigen
- 104 : 1 Uw heerlijkheid … baart ontzag door al de hemelzalen
- 105 : 1 spreekt, met aandacht en ontzag, van Zijne wond’ren
- 119 : 23 Dan zal ik mij niet schamen, noch Uw daân uit slaafs ontzag of dwaze vrees verhelen (geen angst dus!)
- 128 : 3 Zo gij, met diep ontzag, naar ‘s HEEREN wet blijft horen
- 145 : 2 Uw wonderlijke daân met diep ontzag aandachtig gadeslaan