woensdag 30 mei 2018

Rechter spelen; verdachte worden

Hoofdstuk 9

Als hem nu de tijd van veertig jaren vervuld was, kwam hem in zijn hart, zijn broeders, de kinderen Israëls, te bezoeken. En ziende een, die onrecht leed, beschermde hij hem, en wreekte dengene, dien overlast geschiedde, en versloeg den Egyptenaar. En hij meende, dat zijn broeders zouden verstaan, dat God door zijn hand hun verlossing geven zou; maar zij hebben het niet verstaan. En den volgenden dag werd hij van hen gezien, daar zij vochten; en hij drong ze tot vrede, zeggende: Mannen, gij zijt broeders; waarom doet gij elkander ongelijk? En die zijn naaste ongelijk deed, verstiet hem, zeggende: Wie heeft u tot een overste en rechter over ons gesteld? Wilt gij mij ook ombrengen, gelijkerwijs gij gisteren den Egyptenaar omgebracht hebt? En Mozes vluchtte op dat woord en werd een vreemdeling in het land Madiam, waar hij twee zonen gewon.
Handelingen 7 : 23-29

De Bijbel waarschuwt ons om niet op plekken te komen waar we in verleiding worden gebracht. Is dat hier aan de orde? Eveneens wordt ons geleerd dat we een voorbeeld moeten zijn voor ongelovigen; faalde Mozes hier met zijn actie? Wegvluchten is meer dan eens een bewijs dat je (mede) schuldig bent. Wat is het verschil tussen Jozef en Mozes?

In een notendop wordt ons een van de dieptepunten in Mozes’ leven getekend. Hij moest zijn land, status en luxe leventje achterlaten en vluchten voor zijn leven. Werd hij, net als Jezus, onterecht slacht­offer van mensen die zijn welmenende bevrijdingspogingen niet begrepen?



De ingeving
Stefanus beweert dat het pas na veertig jaar bij Mozes ‘in zijn hart kwam’ om zijn broeders te bezoeken. Dat blijven vooral vage bewoordingen die niet terug te vinden zijn in het Oude Testament. Mozes zelf schrijft erover: “… toen Mozes groot geworden was …”. Hij stelde dat bezoeken van zijn broeders ook niet tot doel, maar het zien van hun lasten, hun verdrukking.
Daaruit kun je concluderen dat hij zich al langere tijd bewust was een Hebreeër te zijn, maar dat hij te horen kreeg dat juist dát volk zo enorm werd onderdrukt. Mozes werd als kind in bad gedaan en zijn verzorgster moet hebben gezien dat hij besneden was. Hij is vast ook weleens tegelijk met andere kinderen in bad gegaan of merkte bij sportieve activiteiten dat hij anders was dan de Egyptische jongeren. Ook hij heeft in die Egyptische tijd geleerd (of ondervonden) dat er een verschil was tussen meisjes en jongens en dat er ook een verschil was tussen besneden jongens en onbesneden jongens. Dat moet hij al veel eerder hebben ontdekt dan in zijn veertigste levensjaar!
Het blijkt vooral de onderdrukking van het volk van Israël te zijn die iets in hem heeft wakker gemaakt. Hij wil er nu zelf weleens iets van zien. Zou het écht zo erg zijn? Misschien is hij al die tijd al bij dat volk weggehouden door de prinses en het personeel dat ervan op de hoogte was. Maar zoals dat met veel adoptiekinderen gaat: er komt een ­moment dat je wilt weten waar je vandaan komt. Niet eens in de eerste plaats om weg te open, maar om te weten wie jezelf bent! Dat vormt dus de achtergrond waarom het ‘in zijn hart kwam’. Die ingeving kwam vanuit zijn roots! En… door de Heilige Geest.

De reactie
Hoopte hij dat het allemaal wel zou meevallen? Exodus zwijgt over Mozes’ innerlijke gevoelens, voordat hij ging kijken. Je kunt er hooguit naar gissen.
Mozes heeft een gelegenheid gezocht om ‘ongezien’ in Gosen terecht te komen. Het lijkt me niet eens zo gemakkelijk om dat ongezien te doen, als je zo’n hoge positie aan het hof hebt. Er zullen altijd bewakers bij hem zijn geweest die hem beschermden; ze vormden tegelijk ook zijn statussymbool. Het is niet bekend of de prinses nog leefde (of was zij ­inmiddels zelf doorgeschoven naar de regering?), maar het zou best eens zo kunnen zijn dat zij overleed toen Mozes ongeveer 40 jaar was. En dat dit overlijden juist de aanzet is geweest om op ­zoek te gaan naar zijn roots.
Hoe schokkend is de confrontatie met het harde leven van zijn broeders! Het is dus tóch waar dat ze onderdrukt werden! Wat slaven waren en hoe die werden behandeld wist Mozes ongetwijfeld wel. Ook aan het hof waren slaven en die zullen niet helemaal ‘vorstelijk’ ­behandeld zijn. Wellicht werden ze niet vernederd, maar wel tweederangs behandeld. Ze zullen een bijzonder onderdanige houding hebben aangenomen, harde woorden hebben moeten verduren en zwijgend hun werk hebben moeten doen. Maar wat Mozes hier in Gosen ziet raakt hem enorm. Natuurlijk ook vanuit de bloedband met zijn volk. ­Ongetwijfeld ook vanuit zijn mensbeeld, dat in een goede Hebreeuwse opvoeding is aangeleerd. Elk mens is een schepsel van de Eeuwige en draagt iets van Zijn beeld.
Mozes’ bloed kookt in een ommezien. Dit raakt hem diep en hij staat op de tweesprong: weglopen of ingrijpen. Juist dat ingrijpen lijkt de meest eerlijke en enig mogelijke wijze van handelen. Hoe hij dat heeft gedaan blijft onduidelijk. Sprong hij ertussen en ving hij de slagen op? Of greep hij de Egyptenaar van achteren beet en rukte hij de zweep uit zijn hand?

De moord
Wat ik als kind kind mij altijd afvroeg bij deze geschiedenis: hoe heeft Mozes dit zo ongezien kunnen doen, als er zoveel slavendrijvers waren op deze bouwplaats? In gedachte zag ik een duin van zand voor me, waarachter dit plaatsvond. Het helmgras wuifde in de zinderende woestijn­wind. De andere slavendrijvers in de buurt waren net even met wat anders bezig. Maar de volgende vraag was: hoe heeft hij zo snel een heel mens onder het zand kunnen begraven, ongezien? Ik heb er nog steeds geen antwoord op, merk ik. Maar deze geschiedenis zet me wel aan het denken. Heeft Mozes deze man echt in een opwelling doodgeslagen? Dan moeten veel meer mensen het hebben gezien. Zeker die Hebreeër die door deze slavendrijver werd mishandeld. Zou het niet zo zijn, zoals Kaïn zijn broer mee nam naar het veld? Mozes had de positie van een generaal. Deze slaven­drijver stond ver beneden hem in rang. Hij had hem ter plaatse kunnen sommeren te stoppen met die brute geweld en de man had moeten gehoorzamen.
Wat nu als Mozes de beelden van die mishandeling in zijn brein opsloeg? Dat hij daarover heeft lopen broeden en de slavendrijver later die dag even apart heeft genomen, buiten het bouwkamp. Wellicht zijn ze nog even in gesprek geraakt over hun visie op de behandeling van dit volk. Lang zal dat niet hebben geduurd. Mozes stond op tegen die man, die geen schijn van kans had tegenover hem, de getrainde militair. Mozes had die zweep helemaal niet nodig. Hij was een gespierde strijder die door zijn imposante corpus angst inboezemde bij zijn tegenstanders. Zijn ferme spierbundels draaiden de nek van deze man met gemak in een hoek die compleet ongezond was voor een mens. De zogenaamde heldendaad had weinig met geloof te maken. Het was meer een moord met voorbedachte rade!

De confrontatie
Mozes zelf beschrijft deze daad nogal omzichtig. Hij zegt dat hij om zich heen keek om te zien of er iemand in de buurt was. Maar hij verzwijgt de scene waarin dit gebeurde. Was het te midden van drukte op de bouwplaats? Onmogelijk! Was het midden op de dag, op een rustig moment? Of was het toch in het schemerdonker, vlak voor de woestijn aardedonker werd?
Dat maakt namelijk uit. Doe je dit stiekem en zonder dat de betrokken persoon erop bedacht is, dan is de misdaad groter. Doodslag in een opwelling na een ruzie wordt minder zwaar aangerekend dan een weloverwogen moord. Hoe langer ik erover nadenk, hoe meer ik van dat laatste overtuigd raak.
De volgende dag gaat Mozes weer kijken. Waarom? Is hij de crimineel die terugkeert naar de plaats delict om te zien wat er gebeurt? Veinst hij dat hij er niets mee te maken heeft? Kijkt hij of zijn actie zoden aan de dijk heeft gezet? Of zint hij op meer wraak? Het is niet ondenkbaar dat het dat laatste was. Juist daarom is hij zo gebelgd als hij twee van zijn volks­genoten met elkaar ziet vechten.
De woorden die hij op dat moment uitspreekt worden nogal eens erg zalvend beschreven en neergezet als oprechte en voorbeeldige woorden. Maar is dit niet juist heel schijnheilig? Is zijn woede over dit gedrag niet een woede omdat dit zijn eigen gekozen bevrijdingsactie ondermijnt? Het antwoord van de Hebreeën is een klap in Mozes’ gezicht. De grote mond – die hij zo had kunnen laten zwijgen vanuit zijn positie als Egyptisch generaal – doet hem zijn eigen mond dichtklappen van angst. Wat zagen deze twee kemp­hanen in Mozes? Een collaborateur of toch een bedreiging? Het botte antwoord van een van de Hebreeën was risicovol, dat is wel duidelijk: “Wie heeft u tot een overste en rechter over ons gezet? Zegt gij dit, om mij te doden, gelijk gij den Egyptenaar gedood hebt?” Het had inderdaad zijn dood kunnen worden. Zeker, omdat hij oog in oog met een moordenaar stond.



De vlucht
Dat antwoord is vreemd. Hier zegt een slaaf van de Egyptenaren tegen nota bene een Egyptenaar: “Wie heeft u boven ons geplaatst?” Of hij het nu fijn vond of niet: dat de Egyptische slaven­drijver boven hem stond, was buiten kijf. De Hebreeër zal dat vreselijk hebben gevonden, maar hij moest er maar mee leven. Maar dat deze man, Mozes, zich boven hem verhief riep vragen bij hem op. Mozes was een ‘Egyptenaar’ dus die stond sowieso boven deze slaaf. Onterecht of niet; het was een feit. Waarom zou hij dan toch zo reageren?
Zouden deze mannen Mozes en zijn ‘geheim’ kennen? Zou onder de Hebreeën bekend zijn geweest dat er een joods jongetje opgroeide in het Egyptische paleis? Zou dát kwaad bloed hebben gezet? Misschien wel zonder dat Mozes dat heeft geweten. Het lijkt er sterk op dat deze mannen Mozes hebben gekend of herkend en dat zij hun antipathie tegen deze ‘geluksvogel’ op hem uitspuwden. “Wie heeft u tot een overste en rechter over ons gesteld?” Zou dat niet een wrevelwoord kunnen zijn richting God? Waarom worden wij als Uw volk zo onderdrukt en leidt deze kerel een lekker leventje. Is dat niet erg oneerlijk?
De werkelijke ondertoon van deze woorden moet aan Mozes voorbij zijn ­gegaan. Hij begreep maar al te goed dat dit heel gevaarlijk voor hem kon uitpakken. Of… heeft hij de ondertoon juist heel goed begrepen? Zullen zijn ‘broeders’ nu met de Egyptenaren gaan samenspannen tegen hem? De geslagen hond zal blijven zoeken naar een moment waarop hij zelf ook een keer kan ‘heersen’ en ‘terugbijten’. ­Ongeacht of het de juiste persoon is. Dat geldt niet voor alle mensen gelukkig, maar diepweg zit er zelfs in het meest heilige kind van God een oude mens die het woord ‘wraak’ prima kan spellen.

De messias




Het is pure angst die Mozes doet zien dat zijn situatie hier onhoudbaar is geworden. Hij vlucht niet weg zoals Jozef wegvluchtte voor de zonde. Hij vlucht weg uit angst voor de gevolgen van zijn daad. En juist die angst doet mij de vraag stellen: maar wat was dan zijn diepste motief om zijn broeders te gaan bezoeken? Meende hij zelf de ‘Messias’ te zijn? Hij moet hebben geweten dat er een Messias zou komen.
Slaat Stefanus hier niet de spijker precies op zijn kop als hij preekt: “…hij (Mozes) meende, dat zijn broeders zouden ­verstaan, dat God door zijn hand hun verlossing geven zou; maar zij hebben het niet verstaan.” Gaat Mozes hier niet heel dicht langs het randje van de afgrond? Hoe fout kan dit aflopen!
Hoe anders kwam Jezus, de enig juiste Messias, naar deze aarde, waar Hij zich moest bewegen tussen vijanden. Zij die door Hem moesten worden verlost, zinden op Zijn dood. Hij heeft werkelijk alles welgedaan, tot vele cijfers achter de komma, maar wij moesten Hem niet! Waarom? Omdat Hij aan het licht bracht, wat wij liever in het donker hielden of wat wij liever begraven hielden onder het zand. Hij zou het aan de orde brengen, maar wij zeiden: “Wie heeft U tot een Overste en Rechter over ons gesteld?” Herken je je in deze vijanden? Dan ben je op en top mens. Juist voor dit soort types kwam Hij!
Jezus had oneindig veel geduld. Mozes had alle know-how op organisatorisch gebied die afgelopen veertig jaar aan boord gekregen. Hij kon een leger aanvoeren en in stelling brengen. Hij kon afgematte en uitgehongerde strijders erdoorheen trekken en ze aanvuren om vol te houden. Je zou zeggen: hij was er klaar voor om zijn volk te bevrijden. Maar er moest nog één bijscholingscursus plaatsvinden in de woestijn: geduld met een wederstrevig volk.
Het is Mozes nooit echt helemaal gelukt. Er moest een Jozua aan te pas komen… en ook die redde het niet. Dé Joshua (Yeshua Hamashiach) moest komen, Die Zijn volk in het Beloofde Land zou binnen­voeren. Wat vind je van die Messias? Het is Hem wél gelukt om Zijn volk te bevrijden!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten